Nederland en Frankrijk verlagen tot 17 eurocent de brandstofprijzen maar hoe is dat in Spanje?

Nederland en Frankrijk verlagen tot 17 eurocent de brandstofprijzen maar hoe is dat in Spanje?
beeld: Canva
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – In Nederland werd recent bekend gemaakt dat het kabinet besloten heeft de accijns op benzine en diesel per 1 april 2022 tot het einde van het jaar te verlagen met 21%, iets wat het kabinet circa 2,8 miljard euro gaat kosten. Dit weekend werd bekend dat ook Frankrijk vanaf 1 april 2022 voor vier maanden de benzine- en dieselprijzen met 15 eurocent gaat verlagen, iets wat de Franse regering meer dan 2 miljard euro gaat kosten. Dit kan zelfs een verlaging van 20 eurocent worden als de oliemaatschappijen en distributeurs nog eens 5 eurocent korting geven. Ook in België worden de benzine- en dieselprijzen vanaf 19/20 maart verlaagd met aangepaste accijnzen waardoor de prijzen aan de pomp met 17,5 eurocent dalen. Maar hoe is dat in Spanje, verlaagt de Spaanse regering ook de prijzen?

In Spanje wordt al weken om een verlaging van de IVA (btw) van 21% naar 10% gevraagd maar de regering heeft tot nu toe alleen aangegeven dit te onderzoeken. Voor de regering is het verlagen van de accijns en btw op de brandstof een duur grapje want dat zou betekenen dat de belastingopbrengsten voor de staatskas minder zouden zijn dan de ruim 5,1 miljard euro (2019). Een btw-verlaging van 21% naar 10% zou al snel 20 eurocent per liter minder zijn in geval van benzine en 19 eurocent in geval van diesel.

De brandstofprijzen van Nederland zijn niet te vergelijken met die van Spanje maar de Franse prijzen lijken wel meer op die van Spanje. Volgens de laatste Weekly Oil Bulletin van donderdag 10 maart kost in Spanje een liter benzine 1,679 euro en een liter diesel 1,581 euro. In Nederland was dat 2,236 euro voor benzine en 1,972 euro voor diesel terwijl dit in Frankrijk 1,888 euro voor een liter benzine en 1,883 euro voor een liter diesel was.

Het lagere niveau van de definitieve brandstofprijzen in Spanje ten opzichte van de omringende landen is te wijten aan het feit dat Spanje ondanks recente btw-verhogingen, hogere belastingen en biodiesel heffingen in het algemeen nog steeds een lagere fiscale druk heeft dan het gemiddelde in de Europese Unie.  

In dit artikel hebben we begin februari al eens uitgelegd hoe de opbouw van de brandstofprijzen is in Spanje, Nederland en België. In Spanje worden de prijzen op de volgende wijze berekend. In het geval van benzine bestaat 31% van de prijs uit de inkoop (materia prima) die bepaald wordt door de brandstof- en oliemarkt. 15% van de prijs wordt bestemd voor transport, distributie, reclame etc. (costes fijos). 52% van de prijs is bestemd voor belastingen waaronder de 21% IVA (btw) en de speciale belastingen op brandstof. Slechts 2% van de hele literprijs is voor de leverancier van de benzine, te weten het tankstation of merk die de benzine verkoopt. In het geval van de diesel liggen de verhoudingen ongeveer hetzelfde maar is de inkoop 34% van de prijs, de distributie etc. 16%, de belastingen 48% en de 2% speling voor de leverancier/verkoper, dus de tankstations.

United Consumers legt de opbouw van de benzineprijs in Nederland uit als 37% productie, 38% accijns, 17% btw en 8% marge. Bij diesel is dat net iets anders, te weten 45% productie, 28% accijns, 17% btw en 10% marge.