Redenen waarom Spaanse jongeren pas met 30 jaar het huis uit gaan

De redenen waarom Spaanse jongeren pas met 30 jaar het huis uit gaan
beeld: Canva
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – Uit een onderzoek van BBVA Research blijkt nogmaals dat de Spaanse jongeren pas rond de dertigjarige leeftijd het ouderlijk huis verlaten. Dat is bijna drie jaar later dan het Europese gemiddelde, iets dat in 2021 ook al door Eurostat werd bevestigd. 

In Spanje woont ongeveer 65% van de inwoners tussen de 15 en 34 jaar nog bij hun ouders. De huidige situatie wat betreft de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat jongeren tot 13% minder salaris hebben dan de personen tussen 25 en 54 jaar. Met deze lage salarissen en hoge woningprijzen, is het haast onmogelijk iets te huren of laat staan te kopen.

Spanje heeft slechts 1,1% van alle woningen die bestemd zijn voor sociale huurwoningen, dus voor personen met minder inkomen. Dat is vele malen lager dan bijvoorbeeld de 30% in Nederland of 20% in Oostenrijk en Denemarken. In deze drie landen heeft meer dan 80% van de inwoners de beschikking over sociale huurwoningen.

Volgens de BBVA Research moeten de salarissen omhoog en moet de arbeidsmarkt verbeterd worden terwijl de huren omlaag moeten en er meer sociale huurwoningen bij moeten komen. Dat klinkt leuk maar dat is in Spanje op dit moment een ondenkbaar scenario. Er zouden in Spanje 1,8 miljoen sociale huurwoningen bij moeten komen, dat is maar liefst 1,5 miljoen meer dan de huidige 300 duizend sociale huurwoningen.

Volgens de 2021-gegevens van Eurostat verlaten jongeren in Spanje pas op late leeftijd het ouderlijk huis. Dat gebeurt op een gemiddelde leeftijd van 29,8 jaar wat 12,3 jaar later is dan in Zweden waar de jeugd op een leeftijd van 17,5 jaar reeds het ouderlijk nest verlaat. Spanje staat op de tiende plaats op de lijst van 27 EU-lidstaten waar de gemiddelde EU-leeftijd 26,4 jaar is.

80 procent van de Spaanse jongeren onder de 30 jaar woont nog steeds bij hun ouders in huis. Volgens de gegevens van Eurostat is de gemiddelde leeftijd waarop een Spaanse jongere het huis verlaat 29,8 jaar oud. Dat is beter dan de Italiaanse of Portugese jongeren maar nog steeds meer dan 3 jaar boven het Europese gemiddelde van 26,4 jaar oud. Nederlandse jongeren gaan op een gemiddelde leeftijd van 24,3 jaar het huis uit terwijl dat in België gemiddeld 25,5 jaar is.

De reden waarom veel Spaanse jongeren pas op late leeftijd het huis uit gaan is omdat ze geen financiële middelen hebben om zelfstandig te kunnen wonen. De huurprijzen en betaalcondities van appartementen zijn vaak zo extreem dat jongeren dit niet kunnen betalen. Daarnaast is er nog steeds een hele grote groep jongeren die geen baan heeft, er zijn immers nog steeds bijna 3 miljoen werklozen waaronder veel jongeren. Rond de 50 procent van de jongeren die zou kunnen werken heeft geen baan.

Hierdoor blijven jongeren vaker en langer thuis wonen omdat ze niet anders kunnen. Mocht een jonger iemand er wel in slagen om werk te hebben en zelfstandig te gaan wonen, dan is deze al snel 60 tot 70 procent van het maandsalaris kwijt aan de huur, als men al genoeg verdient natuurlijk.

Buiten financiële en werkproblemen zijn er ook nog culturele verschillen tussen Spanje en andere landen. Ook voor de crisisjaren en corona-crisis waren er veel jongeren die tot late leeftijd thuis bleven wonen. Vrouwen zijn sneller geneigd om op eigen benen te staan terwijl mannen het schijnbaar wel leuk vinden om nog thuis verwend te worden.