ZARAGOZA – In tijden van klimaatverandering en energieproblemen is elke nieuwe bron van brandstof een belangrijke ontdekking. In de autonome regio Aragón ontwikkelden wetenschappers van het onderzoeksinstituut CSIC een proces dat de resten van amandelen en wegwerp mondkapjes omzet in biobrandstof.
Aan het hoofd van het project staat Javier Remón, de wetenschapper die al jaren bij het ‘Consejo Superior de Investigaciones Científicas’ onderzoek doet naar de omzet van reststoffen uit de amandeloogst tot biobrandstof. Het chemisch proces dat Remón ontwikkelde gebruikt zeewater als medium voor de omzetting. Uit dat proces komen bioproducten voort van een verschillende aard. Zo zijn er gassen, vloeistoffen en vaste uitkomsten.
Alle producten hebben een verschillende werking. Zo kan de vloeistof worden gebruikt om interne verbrandingsmotoren te doen draaien, terwijl de vaste stof kan worden ingezet bij de verwerking van afvalwater of voor het oplossen van vervuilende stoffen in gasleidingen.
Javier Remón benadrukt dat het om een pioniersproject gaat. “Het is waarschijnlijk de eerste keer dat zeewater wordt gebruikt om een proces op te wekken dat een organische reststof combineert met plastic afval”. Volgens de wetenschapper is dat belangrijk, “omdat de huidige markt vraagt om processen die verschillende types biomassa en gewoon afval gelijktijdig verwerken.”
De verwerking van de materialen gebeurt in het zeewater en uiterst hoge temperaturen (200-400 ºC) en onder hoge druk (50-200 bar). Het voordeel van dit proces is dat het materiaal niet hoeft te worden gedroogd, en men dus veel vochtige biomassa of microplastics afkomstig uit onze oceanen zo kan gebruiken.
Het CSIC in Aragón is een internationale referentie als het om de zoektocht naar alternatieve energiebronnen gaat. De inzet van afvalstoffen om onze energievoorziening groener en duurzamer te maken is een belangrijke factor in de strijd tegen de klimaatopwarming.