De ongebruikelijke hittegolven die Spanje tot nu toe in april hebben geteisterd, hebben geleid tot het breken van talrijke temperatuurrecords, zelfs op locaties met meer dan een eeuw aan meteorologische gegevens. Het noordelijke deel van het Spaanse vasteland was met name vatbaar voor deze extreme warmte, waarbij verschillende provincies nieuwe recordhoogtes voor de maand april registreerden, zowel voor maximum- als minimumtemperaturen.
Veel plaatsen in Spanje hebben deze dagen te maken met uitzonderlijk hoge temperaturen voor de tijd van het jaar. De hoogste temperatuur tot nu toe werd door de Spaanse Weerdienst AEMET geregistreerd op Tenerife met 38,3 graden. Op zaterdag en zondag was het ook extreem warm tijdens deze korte (niet-officiële) hittegolf.
De hoogste temperaturen op zaterdag werden geregistreerd op de Canarische Eilanden met 34,6 graden op Tenerife, 34,4 graden op Gran Canaria, maar ook 33,6 garden in Burgos (Castilië en León), 33,2 graden in Ourense (Galicië) en 33 graden in Torla-Ordesa (Huesca), nota bene hoog in de Spaanse Pyreneeën. Op zondag bleef het uitzonderlijk warm op de Canarische Eilanden met maxima van 34,9 graden en steeg het kwik ook naar 32,6 graden in het zuiden van de provincie Tarragona (Catalonië).
Op maandag was het niet veel anders dan de voorgaande dagen met de hoogste temperatuurt van 34,3 graden op Gran Canaria en 33 graden op Tenerife. In cóin (Málaga) werd het echter ook erg warm met 32,9 graden, 31,2 graden in Álora (Málaga) en Sevilla. In de regio Valencia kwam het kwik niet verder dan 30,3 graden in de provincie Valencia en 30 graden in de provincie Alicante. Op de Balearen eilanden bleven de temperaturen onder de 30 graden en in Catalonië kwam het kwik niet verder dan 31 graden in Tortosa (Tarragona).
Temperatuurrecords
In de eerste helft van april werd het noordelijke kustgebied zwaar getroffen door een opmerkelijke hittegolf. In Gijón (Asturië) bereikte de temperatuur op 5 april een maximum van meer dan 28 graden, het hoogste voor april sinds de metingen in 1984. In Santander (Cantabrië) werd op dezelfde dag een minimumtemperatuur van 19,9 graden gemeten, ruim 3,4 graden hoger dan het vorige record van 16,5 graden op 2 april 2018. Ook Bilbao (Baskenland) kende zijn eerste ‘tropische nacht’ in april, met een minimumtemperatuur boven de 20 graden, een primeur sinds de metingen begonnen in 1949.
Het Cantabrische kustgebied was niet de enige regio die getroffen werd door de extreme aprilwarmte. Ook verder landinwaarts werden recordtemperaturen geregistreerd zoals in Salamanca (Castilië en León) met een record minimumtemperatuur van 17,2 graden, Guadalajara (Castilla-La Mancha) met 14,6 graden en Teruel (Aragón) met 12,8 graden.
De recordtemperaturen in april 2024 waren des te meer opmerkelijk omdat ze plaatsvonden op locaties met zeer langdurige meetreeksen. Het weerstation van de Spaanse Weerdienst AEMET in Madrid bestaat al sinds 1920 en registreerde een nieuwe record maximale temperatuur van 31,2 graden op 25 april. In Barcelona, waar metingen van het Spaanse nationale instituut teruggaan tot 1924, werd een nieuwe hoogste minimumtemperatuur voor april geregistreerd van 21,3 graden. Andere eeuwenoude stations die recordwarmte rapporteerden waren onder meer Sevilla, Valencia en Zaragoza.
Ook op de Canarische Eilanden zijn talloze records gevallen. Gegevens zoals die van Tenerife Noord – Luchthaven vallen op, die de minimumhoogte met 22,4 garden hebben doorbroken. Dit station beschikt over gegevens sinds 1941. Wat de maximale temperaturen betreft, is het de moeite waard om het station Tenerife Zuid – Airport te benadrukken, dat 38,3 graden registreerde.
Meetstations AEMET
De meteorologische stations van de Agencia Estatal de Meteorología (AEMET) zijn de enige die de officiële temperaturen mogen meten in Spanje. Bij de meer dan 800 meteorologische stations in Spanje wordt de temperatuur van de lucht volgens internationale afspraak gemeten. Dit gebeurt in graden Celsius op een hoogte van anderhalve meter boven een open (gras)vlakte. De thermometer of de sensor staat in een wit kastje (in het Spaans garitas meteorológicas) met wanden die de vorm hebben van een open jaloezie. Daardoor heeft de wind vrij spel, maar zon en neerslag kunnen niet tot de instrumenten doordringen.