In 2024 ademde ongeveer 64% van de Spaanse bevolking, zo’n 31,2 miljoen mensen, lucht in die volgens de nieuwe Europese regels te vervuild was. Deze regels zijn in 2024 goedgekeurd, maar Spanje heeft ze nog niet ingevoerd. De bedoeling is dat alle EU-landen zich hier uiterlijk in 2030 aan houden.
De nieuwe regels verlagen de toegestane hoeveelheid vervuilende stoffen in de lucht, zoals fijnstof (PM2,5 en PM10), stikstofdioxide (NO₂) en ozon (O3). Hoewel ze nog niet zo streng zijn als wat de Wereldgezondheidsorganisatie aanbeveelt, zijn ze wel een duidelijke verbetering.
Volgens de milieugroep Ecologistas en Acción moeten de regels elke vijf jaar worden herzien. Zo blijven ze up-to-date met de nieuwste wetenschap. Ook moeten landen plannen maken om de lucht te verbeteren in gebieden waar de normen worden overschreden.
Vervuilde lucht heeft grote gevolgen. Volgens het Europees Milieuagentschap sterven elk jaar ongeveer 300.000 mensen vroegtijdig door luchtvervuiling in Europa, waarvan 20.000 in Spanje. Daarnaast kost dit de Europese economie jaarlijks meer dan 100 miljard euro, vooral door gezondheidsproblemen.
Niet alleen mensen, maar ook de natuur lijdt eronder. In Spanje overschrijdt 83.000 vierkante kilometer het ozon-limiet voor planten. Dit schaadt bossen, vermindert oogsten en verzwakt ecosystemen.
Spanje en andere landen moeten voor eind 2028 plannen maken om aan de regels te voldoen. Uiterlijk op 1 januari 2030 moeten de nieuwe normen in werking treden. Spanje moet dus snel aan de slag om de lucht schoner te maken.
