MADRID – Het Spaanse Nationale Instituut voor de Statistiek (INE) heeft woensdag de maandelijkse consumentenprijsindex bekend gemaakt. Uit de ‘Índice de Precios de Consumo’ of ‘IPC’ over september kan men opmaken dat het leven weer een beetje duurder is geworden in Spanje met een stijging van 0,7% naar 4,0%. Dat is de hoogste IPC sinds september 2008. Er wordt ook wel gesproken over een 4,0% inflatie (inflación).
Consumentengoederen en -diensten waren in september 4,0% duurder dan een jaar eerder, meldt het het INE. In augustus was de inflatie nog 3,3%. Onder andere de prijsontwikkeling van gas en elektriciteit zorgden voor een hogere inflatie.
De Consumentenprijsindex, ook wel CPI genoemd in Nederland, is al zeven maanden aan het stijgen als consequentie van duurdere energie (elektriciteit, gas en overige brandstoffen) en zorgde in september voor een stijging van de inflatie. De CPI geeft de prijsontwikkeling weer van goederen en diensten die Nederlandse huishoudens aanschaffen voor consumptie.
Wat op de Spaanse lijst meteen opvalt is de enorme stijging van de elektriciteitsprijzen waardoor de inflatie ook meer gestegen is dan normaal. En dan heeft men het eigenlijk over de energieprijzen wat dus elektriciteit, gas en water zijn die in de groep huisvestingskosten stegen met 14,5%. De transportkosten zijn met 9,8% gestegen in de eerste negen maanden dit jaar, met name vanwege de brandstofprijzen die stegen.
De prijzen voor voedingsmiddelen en niet alcoholische dranken stegen met 1,8%, die van alcoholische dranken en tabak met 0,3%, kleding en schoeisel met 1,1%, meubels, huishoudelijke artikelen en artikelen voor onderhoud met 0,9%, gezondheid met 0,8%, restaurant en hotels met 1,4% en overige goederen en diensten met 0,9%. De prijzen voor onderwijs bleven in september in vergelijking met dezelfde maand in 2020 gelijk en de prijzen voor communicatie daalden met 2,8%.