MADRID – Afgelopen woensdag werd door de oppositiepartijen PP, Ciudadanos en de regionale partijen Foro Asturias, Coalición Canaria en de Catalaanse partijen ERC en PDeCAT de nieuwe staatsbegroting gepresenteerd door de regering-Sánchez niet aangenomen. In totaal 191 parlementsleden kozen voor afwijzing en 151 parlementariërs voor aanname. Deze afkeuring heeft uiteindelijk geleid tot nieuwe verkiezingen op 28 april.
Maar waarom hebben de politieke partijen de staatsbegroting niet aangenomen? In het geval van de Catalaanse partijen is dit wellicht het makkelijkste te omschreven omdat zij alleen voor de staatsbegroting zouden stemmen als de nu nog premier Pedro Sánchez het recht op zelfbeschikking in Catalonië zou accepteren. Daarbij werd niet gedacht aan alle Catalanen maar alleen aan de separatistisch denkende Catalanen, wat tot op de dag van vandaag een minderheid is.
In het geval van de overige regionale partijen is niet helemaal duidelijk waarom ze tegen hebben gestemd maar de keuze voor het afkeuren van de staatsbegroting gepresenteerd door Pedro Sánchez door de PP en Ciudadanos partijen kan wellicht meer omschreven worden als een wraakactie of manier van het dwingen tot verkiezingen. Daarbij spelen dus de partij motieven een grotere rol dan de verbetering van de leefomstandigheden van de Spanjaarden, aldus premier Pedro Sánchez bij zijn aankondiging van de verkiezingen.
Veel Spanjaarden en lezers van SpanjeVandaag weten wellicht niet wat er nu niet doorgaat, welke sociale plannen en verbeteringen nu niet gerealiseerd kunnen worden omdat de oppositiepartijen samen met de Catalaanse partijen en overige regionale partijen ervoor kozen liever een verkiezing te zien dan een verbetering in het land (zo wordt het althans omschreven door de socialisten).
Dit gaat nu niet door:
- Verlenging vaderschapsverlof van 5 tot 8 weken.
- Uitsluiting van de bijbetaling voor gepensioneerden met lage inkomens en de meest kwetsbare groepen.
- Terugvordering van de subsidie voor werklozen ouder dan 52 jaar.
- Verhoging van de kinderbijslag van 291 tot 341 euro voor gezinnen in armoede en 588 euro voor gezinnen in een situatie van ernstige armoede.
- Verhoging van 2% loonbelasting (IRPF) voor inkomens boven 130.000 euro per jaar en 4% voor inkomens boven de 300.000 euro.
- Lagere btw voor hygiëneproducten voor vrouwen (4%-tarief)
- Lagere btw voor boeken, kranten en tijdschriften in elektronisch formaat (4%-tarief)
- Lagere btw voor veterinaire diensten (10%-tarief)
- Verhoging van de belasting op diesel met 3,8 cent per liter om het gelijk te stellen aan benzine.
- Bonus in vennootschapsbelasting voor bedrijven die vrouwen opnemen in hun bestuur.
- Creëren van een belasting op bepaalde digitale diensten (zogenaamde Google-taks)
- Het aanpassen of afschaffen van de zogenaamde monddood-wet (van de PP) ofwel ley mordaza.
- Het invoeren van een euthanasiewet in Spanje of in ieder geval een begin daarvan (PP en Ciudadanos zijn tegen).
- Het terugdraaien van de arbeidshervorming van Rajoy.
Wat wel doorgaat ondanks het niet aannemen van de staatsbegroting en het verkondigen van nieuwe verkiezingen.
- Verhoging van pensioenen met 1,6%
- Verhoging van 22,3% van het minimumloon in Spanje naar 900 euro bruto per maand.
- Verhoging van het salaris van de ambtenaren van 2,25% vanaf 1 juli.
- Afschaffing van de zonbelasting.