MADRID – Het glossy Spanje magazine ESPANJE! heeft een interview gehad met de Ambassadeur van Nederland, Jan Versteeg. Terwijl de meeste ambassadeurs onbekend zijn voor veel bewoners van een land, is dat bij jan Versteeg een ander verhaal. En dat komt onder andere door de corona-pandemie want als er een ambassadeur en ambassade actief was met het verstrekken van informatie via onder andere Facebook, dan was dat de Nederlandse ambassade en ambassadeur wel. Dit is het ESPANJE! interview met Jan Versteeg.
Hij zit er nog maar twee jaar, maar helaas moeten we waarschijnlijk deze zomer al afscheid nemen van Nederlandse ambassadeur in Madrid, Jan Versteeg. Volgens dit bericht over ambassadeursbenoemingen op de site van de Rijksoverheid wordt Jan Versteeg deze zomer ambassadeur in Parijs. Zijn plek in Madrid wordt dan ingenomen door Roel Nieuwenkamp, die nu ambassadeur in Buenos Aires is.
Toen ambassadeur Versteeg net in Madrid aankwam zocht ESPANJE!-redacteur Twan van Lieshout hem op en sprak hem over zijn leven en over Spanje. Dat gesprek zie je hieronder. De benoemingen zijn overigens pas officieel als de gastlanden hun toestemming hebben verleend, maar dat is een formaliteit. We zullen afscheid moeten nemen van een bevlogen, belezen en betrokken ambassadeur.
Jan Versteeg kreeg het na zijn aantreden in 2020 meteen voor zijn kiezen met de corona-crisis. Hij spande zich dag en nacht in voor alle Nederlanders die met vragen zaten. Online hield hij ze persoonlijk op de hoogte van alle ontwikkelen. ESPANJE! Magazine zocht hem voor de crisis uitbrak op in de Torre Espacio, een van de vier wolkenkrabbers van Madrid.
De ambassadeur wacht me (Twan) al op in zijn werkkamer op de 36e verdieping, waar de Spaanse zakenwereld letterlijk aan onze voeten ligt terwijl we in de verte de sneeuw zien van de Sierra de Guadarrama. Versteeg is een lange slanke man. Een echte ambassadeur, die weloverwogen zijn woorden kiest, maar ook een natuurlijke vriendelijkheid en belangstelling heeft waarmee hij mensen meteen voor zich inneemt. Terwijl de koffie en stroopwafels binnengebracht worden, vertelt hij over zijn werk en zijn liefde voor Spanje.
U werkte hier ook al van 2001 tot 2004. Is Madrid veranderd in die jaren?
‘In zekere opzichten wel. Er zijn natuurlijk enorm veel nieuwe dingen bijgekomen, maar ik vind het nog steeds leuk dat de wijken nog steeds de wijken zijn. Zelfs Chueca, wat toch een beetje de gay capital of Europe is geworden in die periode, is ook nog steeds een heel Spaanse buurt. Met omaatjes in een bontjas. En een Galicische marisquería (visrestaurant, red.) waar iedereen zit. Dat vind ik het boeiende hier. Er is enerzijds een vrijheid die ik me twintig jaar geleden niet kon voorstellen, en tegelijkertijd is er ook nog die sociale samenhang in die wijk. Dat is mooi om te zien.’
Welke vrijheid bedoelt u dan?
‘Denk aan de positie van de Spaanse vrouw. Toen ik Spaans studeerde, begin jaren tachtig, hadden we nog een docent – een Nederlander overigens – en die zei (zet een plechtige stem op): “Ja, dames en heren, u moet zich realiseren dat voor een Spaans meisje het belangrijkste woord dat ze leert verguenza (schaamte, red.) is.”’
Serieus?
‘Ja, en ik denk dat zijn kennis een beetje gedateerd was, maar het kwam wel ergens vandaan. Meisjes die hun ogen neersloegen en afgeschermd werden door hun familie. We zijn natuurlijk een heleboel jaren verder en je ziet een voortgaande beweging waarin vrouwen een meer publieke rol hebben gekregen en centraler zijn komen te staan in de samenleving. Kijk naar het Spaanse kabinet, daar zijn de vrouwen in de meerderheid zelfs. Dat zie ik ook wel in de werkcontacten die ik heb. Vrouwen die fulltime werken, dat is hier normaler dan in Nederland. Veel vrouwen in Nederland werken parttime. In dat opzicht zijn bepaalde stukken van Spanje misschien moderner dan Nederland.’
U heeft Spaans gestudeerd, wat trok u in die studie?
‘Dat was eigenlijk heel toevallig. Als klein jongetje zat ik altijd boeken van mijn vader te bekijken over Latijns-Amerika. Over de Inca’s en de Maya’s… Toen heeft mijn vader gezegd: “Als jij 18 bent en je hebt je school gewoon in zes jaar gehaald, dan gaan wij naar Machu Pichu.” Ter voorbereiding daarop ben ik met mijn vader een Teleac-cursus Spaans gaan volgen. Omdat ik daardoor een van degenen was die een paar woordjes Spaans spraken, voerde ik op de Peru-reis vaak het woord. Toen heb ik daar aan iemand beloofd dat ik Spaans zou gaan studeren. Maar ik studeerde al sociale geografie dus ik dacht: dat ga ik als bijvak dan doen. Dat bleek niet te kunnen, maar het kon wel als hoofdvak. Dat heb ik toen gedaan en zodoende raakte ik gefascineerd door Spanje. Het is een mengsel van nabijheid en echt anders. Je kunt het nét wel vastpakken, maar tegelijkertijd heeft het ook veel nieuwe vreemde elementen.
Ik ben toen gaan interrailen naar Spanje. In Parijs kwam er een grote sterke gallego naast me zitten. Hij was gastarbeider in Nederland en stond erop dat we met hem mee naar huis zouden gaan. Dat doe je dan, hè. Tussen Santiago en Vigo kwamen we terecht in een soort hut, zonder vloer, met aangestampte aarde met een stuk hout, en daar lag dan brood en kaas op. Dan ging je op een stuk boomstronk zitten en eten. Eerst sneed men de schimmel van het brood, en dan kreeg je brood met een stuk kaas erbij. En dan ging die porrón (wijndrinkfles, red.) rond. Dat zijn wel bijzondere momenten als je uit het geregelde Nederland komt natuurlijk.’
ESPANJE! Reis- en cultuurmagazine is dé Nederlandstalige glossy over Spanje en de Spaanstalige wereld dat vier keer per jaar in Nederland en België verschijnt. ESPANJE! is een hoogwaardig journalistiek magazine met inspirerende reisreportages, mooie interviews, boeiende columns, heerlijke recepten en honderden tips voor liefhebbers van Spanje. Meer informatie lees je op de website espanje.nl