MADRID – Ondertussen is het zo normaal dat Madrid de hoofdstad van Spanje is dat we zouden vergeten dat dat niet altijd zo geweest is. Pas in 1561 besliste koning Felipe II het hof permanent in Madrid te vestigen. Hij besliste zo over het lot van de stad voor de komende vijf eeuwen. Ondertussen passeerden zowel Valencia, Barcelona of Valladolid de revue.
Voor de historische beslissing van Felipe II leed het Koninklijke Spaanse hof een semi-nomadisch bestaan. Het hele gezelschap volgde de koning wanneer die er op uit trok. Toen in 1522 de stad Toledo zich overgaf aan Carlos V, installeerde die zich daar en verklaarde Toledo tot hoofdstad.
In die tijd was Madrid een kleine stad, niet veel belangrijker dan veel andere Castilliaanse steden. Felipe II zag zijn kans schoon zich in Madrid te vestigen, deels dankzij de afstand tot Toledo. In Toledo zat namelijk het belangrijkste aartsbisschopdom van Spanje. Na Rome was het de tweede rijkste kardinaalszetel van de katholieke wereld. Zo machtig dat zelfs de koning zich erdoor bedreigd voelde.
De eeuw nadat Felipe II Madrid tot hoofdstad verklaarde, groeide de stad zienderogen. Ook al zou Madrid nog steeds niet tot op de dag van vandaag de hoofdstad blijven.
De eerste keer dat de stad haar status verloor, was 40 jaar na de beslissing van Felipe II. Troonopvolger Felipe III laat zich overtuigen door zijn vriend de graaf van Lerma om in 1601 Valladolid tot hoofdstad te kronen. De graaf kocht namelijk vlak voordien heel wat vastgoed voor een prikje. Met Valladolid als hoofdstad stegen de prijzen en maakte de man grote winsten.
Maar het spel van de graaf van Lerma was nog niet uit. Terwijl Madrid aan belang inboette, kocht de man ook daar heel wat gebouwen. In 1606 overtuigt hij Felipe III terug te keren naar Madrid in de hoop weer veel geld te verdienen. Zijn spelletje komt echter aan het licht en de man valt in onmin bij het hof.
Pas in 1808 wordt de status van Madrid opnieuw bedreigd. Op 2 mei begint de onafhankelijkheidsoorlog, waarin de Spanjaarden in opstand komen tegen de troepen van Napoleon die Madrid bezetten. Terwijl in Madrid een Franse koning regeert, verklaren de Spanjaarden Sevilla tot hoofdstad van het vrije Spanje. Vanuit Sevilla wordt de oorlog aangestuurd tegen Napoleon. In 1810 valt de stad echter in handen van de Franse troepen, dit maal verhuisd de regering en de administratie naar Cádiz, toen de belangrijkste havenstad van het land.
In 1812 geven de Fransen zich verloren en laten de stad weer over aan de Spanjaarden. Madrid blijft tot de volgende grote oorlog de hoofdstad van het land.
In 1936 gaan de poppen echter weer aan het dansen. De burgeroorlog breekt uit en de regering van Largo Caballero beslist naar Valencia te verhuizen. Madrid is in handen van generaal Miaja die de stad probeert te verdedigen tegen het opstandig leger.
In 1937 vormt Juan Negrín een nieuwe regering. Hij verhuist niet terug naar Madrid maar … naar Barcelona. Tot het einde van de oorlog blijft dat zo. 26 januari marcheren de Nationale Troepen Barcelona binnen. De regering verlaat op 5 februari het land. Franco triomfeert en herstelt Madrid als hoofdstad van republikeins Spanje. Zo zal het, voorlopig, tot op de dag van vandaag blijven.