Pedro Sánchez, voorzitter van de Spaanse regering en leider van de PSOE, heeft maandag bevestigd dat hij de volledige regeerperiode tot 2027 wil uitzetten. Op een persconferentie na de uitvoerende vergadering van zijn partij onderstreepte hij dat de huidige corruptiezaak binnen zijn partij (‘caso Koldo’ rond Santos Cerdán, José Luis Ábalos en Koldo García Izaguirre) géén aanleiding is voor vervroegde verkiezingen of zijn aftreden.
Hij benadrukte dat de PSOE zich onderscheidt door wél te reageren op schandalen: “We gaan de corruptie in onze eigen gelederen niet verdoezelen, noch klokkenluiders, journalisten of bewijs vernietigen”, sprak hij scherp. De partij heeft inmiddels José Luis Ábalos definitief uit de PSOE gezet, terwijl Santos Cerdán zijn zetel en lidmaatschap teruglegde.
Om de crisis op te vangen is er een tijdelijk bestuur aangesteld voor de Secretariaat Organisatie tot het Comité Federal op 5 juli in Madrid. Verder kondigde Sánchez een externe audit en een parlementaire onderzoekscommissie aan om de boekhouding en de oorzaak van het schandaal te onderzoeken.
Pedro Sánchez daagde de oppositie uit: “Als Feijóo (PP) en Abascal (Vox) denken dat zij de meerderheid in het Congres hebben, dan dienen ze een motie van wantrouwen in”, zei hij. Hij waarschuwde dat na de zomer mogelijk andere uitspraken van gerechtelijke onderzoeken tegen de PP naar buiten zullen komen, en dan zal blijken “wie de echte criminelen zijn”.
Gevraagd naar de oproep van Pedro Sánchez om een motie van wantrouwen in te dienen, heeft Borja Sémper van de PP die optie krachtig van de hand gewezen. “Sánchez en Vox proberen ons uit te dagen met een motie van wantrouwen, maar ik verzeker je: de Partido Popular gaat hem geen reddingsboei toewerpen”, verklaarde Sémper. Hij herhaalde daarmee de woorden van partijleider Feijóo: “Neem je verantwoordelijkheid, ontbind het parlement en laat de Spanjaarden spreken”.