Alberto Núñez Feijóo, leider van de Partido Popular (PP), schaarde zich achter de politie na de onrust tijdens de laatste etappe van de Vuelta a España. Daarbij raakten 22 agenten gewond toen propalestijnse betogers voor chaos zorgden en de koers tijdelijk werd stilgelegd. Volgens Feijóo kregen de agenten te weinig steun van de regering en waren er zelfs aanwijzingen om niet in te grijpen.
Maandagochtend belde Feijóo met politiebonden om hun verhaal te horen. Hij zei dat de woede en teleurstelling van agenten logisch zijn, omdat ze volgens hem door de politiek in de steek zijn gelaten. Later herhaalde hij dat de regering-Sánchez verantwoordelijk is en de politie slecht heeft behandeld.
Feijóo ziet dit als een kans om zich te tonen als de stem van veiligheid in Spanje. De extreemrechtse partij Vox richt zich vooral op migratie, maar de conservatieve PP wil meer nadruk leggen op veiligheid en steun voor de politie. Daarmee hoopt de partij meer kiezers te bereiken, zeker nu er belangrijke verkiezingen aankomen.
Tijdens een bijeenkomst zei Feijóo dat hij geen terrein wil afstaan aan de regering of rivalen. Zonder Vox te noemen, stelde hij dat de PP de partij moet zijn die Spanje verandert. Zo plaatste hij zich niet alleen tegenover de PSOE, maar ook tegenover Vox-leider Abascal.
Ondertussen ontkent de regering dat er politieke inmenging was in het politieoptreden tijdens de Vuelta. De vertegenwoordiging van de regering in Madrid stelt dat de politie volledig zelfstandig handelde. Toch blijft de roep om verantwoording, aangewakkerd door de oppositie, voorlopig aanhouden.
De komende weken zal blijken of oppositieleider Feijóo zijn strategie om veiligheid en politieondersteuning centraal te stellen daadwerkelijk kan omzetten in electorale winst, of dat Vox deze positie weet te behouden.