In Spanje blijkt er nog steeds een flinke kloof te bestaan tussen wat mannen en vrouwen krijgen als pensioen. Volgens de meest recente Barómetro de las Pensiones ontvangen vrouwelijke gepensioneerden gemiddeld bijna een derde minder dan mannen. Waar mannen zo’n 1.719 euro per maand ontvangen, blijft dit bij vrouwen steken op ongeveer 1.197 euro.
Opvallend is dat vrouwen gemiddeld tien maanden later met pensioen gaan dan mannen. Ondanks deze langere loopbaan is het bedrag dat ze maandelijks krijgen aanzienlijk lager.
De oorzaken zijn vooral structureel. Vrouwen hebben vaker kortere en onderbroken carrières, vaak omdat ze zorgtaken op zich nemen voor kinderen of familieleden. Deze onderbrekingen zorgen ervoor dat hun uiteindelijke pensioen lager uitvalt.
Toch zijn er tekenen van verbetering. Bij de nieuwste pensioenen, de zogenaamde nieuwe instroom, is de kloof kleiner geworden en bedraagt deze nog maar iets minder dan een vijfde van het pensioenbedrag. Dat verschil is dus een stuk kleiner dan bij de huidige generatie gepensioneerden.
Daarnaast speelt ook de loonkloof tussen mannen en vrouwen een belangrijke rol. Omdat vrouwen gemiddeld minder verdienen tijdens hun werkzame leven, bouwen ze automatisch een lager pensioen op. Dat werkt jarenlang door en verklaart voor een groot deel de huidige ongelijkheid.
Om deze kloof te verkleinen zijn er inmiddels maatregelen ingevoerd. Denk daarbij aan het aanvullen van ontbrekende bijdragejaren, toeslagen om pensioenen tot een minimum te verhogen en extra compensaties specifiek gericht op de genderkloof. Het doel daarvan is om toekomstige generaties vrouwen meer gelijke kansen te geven bij hun pensioen.