De naam Columbus brengt gedachten naar ontdekkingsreizen, spannende zeiltochten en de ontdekking van Amerika. Maar wie was deze man eigenlijk? Recent DNA-onderzoek naar Cristóbal Colón, zoals hij in het Spaans heet, heeft nieuwe inzichten opgeleverd over zijn herkomst, die de gangbare ideeën ter discussie stellen. Columbus blijkt een Spaanse Sefardisch*-Joodse achtergrond te hebben, en niet de Genuese of Italiaanse zoals vaak gedacht wordt.
Het beeld van Columbus is door de jaren heen omhuld met mysterie en speculatie. Recent DNA-onderzoek heeft nieuwe inzichten gegeven in zijn identiteit. De resultaten wijzen erop dat hij wellicht een joodse sefardiet* was, afkomstig uit het westelijke Middellandse Zeegebied dat toen deel uitmaakte van de Spaanse kroon van Aragón.
*Sefardim: Door de Romeinse overheersing in Israël vestigden veel Joden zich in Noord-Afrika en later in Spanje en Portugal. Deze Europeanen worden Sefardische Joden genoemd, afgeleid van het Hebreeuwse ‘Sefarad’, wat Spanje betekent.
In het DNA-onderzoek van José Antonio Lorente, forensisch expert aan de Universiteit van Granada, blijkt dat Columbus mogelijk een joodse achtergrond had in plaats van uit Genua te komen. Dit wijst op een rijke culturele achtergrond en suggereert invloed van de joodse gemeenschap op zijn leven.
Deze connecties verklaren waarom Columbus de nadruk legde op religie en cultuur tijdens zijn ontdekkingen. Zijn geschriften reflecteren zijn passie voor kennis en begrip van diverse tradities. Hierdoor kunnen we zijn motieven beter doorgronden en de invloed van de joodse cultuur op zijn leven en werk onderzoeken.
Het idee dat Columbus een joodse Spanjaard was, kan aanvankelijk verrassend lijken. In een tijdperk waarin de joodse gemeenschap in Spanje onder druk stond, vooral na de uitdrijving van de joden in 1492, wordt het steeds duidelijker dat Columbus’ afkomst een belangrijk onderdeel van zijn verhaal is.