MADRID – Over het algemeen is bekend dat men in Spanje in vergelijking met landen als Nederland en België veel minder wegenbelasting betaalt. De Impuesto Municipal de Vehículos de Tracción Mecánica (IVTM) is een gemeentebelasting die de gemeente verplicht aan alle auto eigenaren jaarlijks moet afrekenen. Aangezien het hier om een lokale belasting gaat zijn er grote verschillen te vinden in Spanje.
De Impuesto Municipal de Vehículos de Tracción Mecánica (IVTM) ofwel Gemeentebelasting van voertuigen van mechanische tractie werd meer dan 30 jaar geleden gecreëerd en genereert jaarlijks een bedrag van meer dan 2 miljard euro voor de gemeenten in Spanje. Aangezien het hier om een gemeentebelasting gaat zijn er veel verschillen in Spanje te vinden waardoor er een soort van belastingparadijzen bestaan. Hier wordt met name door grote bedrijven die auto’s verhuren dankbaar gebruik van gemaakt.
Er zijn verschillende belastingtarieven te vinden in Spanje maar deze gelden voor alle gemotoriseerde voertuigen die gebruik maken van de openbare weg zoals personenauto’s, bussen, vrachtwagens, tractoren, aanhangwagens, bromfietsen en motorfietsen. Deze belasting wordt jaarlijks door de gemeente geïnd en dus niet zoals in Nederland en België per maand/kwartaal.
Tarieven
De onderstaande tarieven zijn de minimum tarieven die gelden in heel Spanje (behalve Melilla en Ceuta waar men kortingen heeft) die jaarlijks betaald moeten worden per personenauto (turismo) en afhankelijk zijn van de fiscale paardenkracht (in het Spaans caballos fiscales of CVF) of motorvermogen wat berekend wordt via een ingewikkelde wiskundig formule.
- Minder dan 8 fiscale PK = 12,62 euro
- Tussen de 8 en 11,99 fiscale PK = 34,08 euro
- Tussen de 12 en 15,99 fiscale PK = 71,94 euro
- Tussen de 16 en 19,99 fiscale PK = 89,61 euro
- Vanaf 20 en meer fiscale PK = 112,00 euro
Naast de fiscale PK wordt er echter ook gekeken naar de gemeente waar men het voertuig geregistreerd heeft staan, het type voertuig, hoe krachtig de motor is wat betreft de milieuverontreiniging waarbij schonere auto’s kortingen krijgen. Al met al is het een ingewikkelde rekensom die dus sterk afhankelijk is van de gemeente waar men woont.
Regio’s
Per autonome regio’s en daarnaast weer per provincies gezien zijn er in Spanje echter enorme verschillen waar te nemen wat betreft de belastingtarieven. De Automovilistas Europeos Asociados (AEA) heeft ze onderzocht en in een tabel verwerkt waarbij blijkt dat op het Spaanse vasteland men over het algemeen het minst moet betalen in de provincies Zamora, Cáceres, Valencia en Jaén. Aan de andere kant van deze balans staan de provincies Euskadi, Bilbao, Madrid en Barcelona.
Gekeken naar bijvoorbeeld een voertuig met een fiscale PK tussen de 8 en 11,99 betaalt een automobilist in de provincie Barcelona in 2018 een jaarlijks bedrag van 64,04 euro, in Bilbao 67,92 euro, in Madrid 59 euro, in Valencia 58,87 euro, in Alicante 60,47 euro, in Almería 62,41 euro, in Girona 67,24 euro, in Málaga 65,80 euro, in Tarragona 68,18 euro, in Palma de Mallorca 68,16 euro en in Las Palmas 56,57 euro.
Mocht men een voertuig hebben van minder dan 8 fiscale PK dan is de wegenbelasting volgens Nederlandse en Belgische maatstaven erg laag te noemen. In de provincie Barcelona is dat in 2018 een jaarlijks bedrag van 23,47 euro, in Bilbao 25,08 euro, in Madrid 20 euro, in Valencia 21,20 euro, in Alicante 22,28 euro, in Almería 23,12 euro, in Girona 25,24 euro, in Málaga 24,35 euro, in Tarragona 25,24 euro, in Palma de Mallorca 23,61 euro en in Las Palmas 20,95 euro.
Het bovenstaande zijn dus gemiddelden per provincie want aangezien het om een gemeentebelasting gaat kunnen deze per gemeente binnen de genoemde provincies ook weer verschillen.
