Nieuw onderzoek toont aan dat ongewenste eenzaamheid op het Spaanse platteland minder zwaar weegt dan in steden. In dorpen voelen mensen zich ondanks hun kleinere leefomgeving minder alleen, vooral dankzij de sterke sociale banden en de grotere betrokkenheid tussen buren.
Volgens deskundigen zorgen de dagelijkse ontmoetingen in dorpen, zoals in de winkel, op straat of tijdens lokale evenementen, voor een gevoel van nabijheid dat in stedelijke omgevingen vaak ontbreekt. In de stad leven mensen dichter op elkaar, maar kennen ze elkaar minder goed. Dat maakt het moeilijker om contacten op te bouwen.
Toch betekent dit niet dat dorpsbewoners geen last hebben van eenzaamheid. Vooral ouderen die hun mobiliteit verliezen of in afgelegen gebieden wonen, kunnen zich geïsoleerd voelen. Minder voorzieningen en grotere afstanden tussen huizen maken het lastiger om spontaan contact te onderhouden.
Daarom pleiten onderzoekers voor meer lokale initiatieven om sociaal contact te stimuleren. Denk aan vrijwilligersgroepen, dorpsactiviteiten of buurtprojecten die mensen samenbrengen. Zulke initiatieven helpen niet alleen om eenzaamheid te voorkomen, maar versterken ook het gevoel van gemeenschapszin.
In steden wordt ondertussen geëxperimenteerd met vergelijkbare ideeën, zoals buurthuizen, gezamenlijke tuinen en wijkcentra. Het doel is om de warmte en verbondenheid van dorpen te vertalen naar de stedelijke omgeving, waar anonimiteit nog steeds een groot probleem vormt.
Uiteindelijk blijkt dat het niet de plek is waar iemand woont, maar de kracht van het sociale netwerk die het verschil maakt. Waar mensen elkaar kennen, helpen en zien, verdwijnt het gevoel van eenzaamheid sneller – of dat nu in een dorp is of in de stad.
