Spaanse gezinnen geven gemiddeld tussen de 200 en 2.000 euro per kind uit aan zomerkampen. Dat komt neer op zo’n 2,5 procent van hun jaarlijkse gezinsbudget. Vooral de afgelopen twee jaar zijn de kosten flink gestegen, met een toename van minstens 6 procent.
Voor veel ouders is een zomerkamp geen luxe, maar pure noodzaak om werk en kinderen te combineren tijdens de lange schoolvakanties. In totaal gaan jaarlijks ongeveer 3 miljoen kinderen naar een kamp, maar ruim een derde van de gezinnen kan zich dat eigenlijk niet veroorloven.
Een gemiddeld gezin met een maandinkomen van 1.930 euro betaalt al snel 250 euro per kind, wat betekent dat andere uitgaven, zoals een gezinsvakantie, soms worden opgeofferd. Vooral alleenstaande ouders of huishoudens met maar één inkomen ervaren flinke financiële druk.
De publieke opvang kan slechts 30 procent van de vraag aan. Dat betekent dat veel ouders afhankelijk zijn van dure privé-oplossingen, grootouders of onbetaald verlof. In de praktijk zijn het vaak de moeders die hun werk (tijdelijk) moeten onderbreken.
De zomervakantie vergroot de ongelijkheid tussen gezinnen. Vooral kwetsbare huishoudens, zoals die met een laag inkomen of getroffen door natuurrampen, kunnen geen kant op. NGO’s zoals Save the Children proberen bij te springen met beurzen en gratis programma’s, maar die schieten vaak tekort door beperkte capaciteit.
Volgens experts is het hoog tijd dat overheden meer investeren in toegankelijke en betaalbare zomerkampen. Zonder hulp blijft de kloof tussen gezinnen met en zonder middelen alleen maar groeien.