Onder het draconische eenkindbeleid van China in 1992 werden vele Chinese kinderen ter adoptie afgestaan aan het buitenland. Een aanzienlijk aantal van deze kinderen vond een thuis in Spanje. Vorig jaar echter heeft de Chinese overheid het programma stopgezet, waarmee een einde kwam aan dit tijdperk.
Het vliegtuig zat vol Spaanse families die naar huis terugkeerden nadat ze een meisje adopteerden in China. Zo herinnert Nina Queral de dag dat ze terugkeerde uit China met haar adoptiedochtertje Mónica Li, toen een baby van 18 maanden. Zij en haar man Jordi Ortiz adopteerden het meisje dat ondertussen 20 jaar is. De vlucht in kwestie vond plaats in 2005, een moment van heuse boom van Spaanse adopties uit China. In dat jaar kwamen zomaar 2753 Chinese minderjarigen in Spanje aan. Dat cijfer begon kort nadien te dalen tot het in 2021 en 2022 op nul uitkwam.
Toen Peking vorig jaar op 5 september het internationale adoptieprogramma stop zette, was dat voor de Spaanse verenigingen dan ook geen grote verrassing. In 1992 opende China de deuren voor de internationale adoptie. Dat gebeurde toen in het kader van het draconische eenkindbeleid. Veel tweede kinderen werden daardoor achtergelaten en vooral jongetjes genoten de voorkeur van Chinese ouders. Dat verklaart meteen waarom vele adoptiekinderen meisjes waren. Sinds die dag werden naar schatting 160.000 Chinese kinderen afgestaan ter adoptie. 16.332 daarvan kwamen in Spanje terecht.
Nina en Jordi, ingenieurs van ondertussen 59 en 60 jaar, hadden al een biologische dochter. Ze wilden nog een kindje, maar dat lukte niet via biologische weg. Ze beslisten het via internationale adoptie te proberen. In Spanje gaan voorlopig enkel de adopties uit China verder die al in gang werden gezet voor de stopzetting. Daarna komt dus een einde aan een tijdperk van Chinese kinderen die in een Spaanse familie een nieuwe toekomst vonden.