Het Spaanse Hooggerechtshof heeft de hervorming van het hoofdkwartier van de Partido Popular (PP) in Génova bevestigd als een zaak van illegale financiering via zwart geld. Deze uitspraak bekrachtigt eerdere vonnissen die aantonen dat de PP gedurende jaren een parallelle boekhouding heeft gevoerd, gefinancierd met ongedekte contante betalingen.
De zaak draait om de grootschalige renovaties van het PP-hoofdkantoor in Madrid, uitgevoerd tussen 2005 en 2010. Volgens het Hooggerechtshof werd een aanzienlijk deel van de renovaties betaald met niet-geregistreerde fondsen. Deze praktijken kwamen aan het licht door onthullingen in de “Bárcenas-papieren”, genoemd naar de voormalige partijpenningmeester Luis Bárcenas. In deze papieren wordt gedetailleerd verslag gedaan van geheime betalingen en donaties van verschillende bedrijfsleiders aan de PP.
De rechters hebben vastgesteld dat deze parallelle boekhouding van de PP gedurende meerdere jaren actief was, en dat de hervorming van Génova een belangrijk voorbeeld is van hoe de fondsen werden gebruikt. Het geld werd door aannemers contant geleverd, zonder registratie in de officiële financiële boeken van de partij. Dit bevestigt de eerdere conclusies van lagere rechtbanken en legt de verantwoordelijkheid direct bij de partijleiding van die tijd.
Bovendien wijst de uitspraak op systematische corruptie binnen de partij, waarbij donateurs met banden in het bedrijfsleven in ruil voor bijdragen, voordelen of contracten werden beloofd.
Politieke gevolgen
De uitspraak zet opnieuw druk op de huidige leiding van de Partido Popular, die probeert afstand te nemen van de corruptieschandalen uit het verleden. Partijleider Alberto Núñez Feijóo heeft benadrukt dat de huidige partij geen verband houdt met de gebeurtenissen en heeft hervormingen beloofd om transparantie te bevorderen. Ondanks deze inspanningen blijft de zaak een schaduw werpen op de geloofwaardigheid van de partij.
Critici stellen echter dat de PP niet genoeg doet om verantwoordelijkheid te nemen voor het verleden. Oppositiepartijen zoals PSOE en Podemos hebben opgeroepen tot diepere hervormingen en mogelijk juridische stappen tegen individuen die betrokken waren bij het schandaal.
Historische implicaties
Dit is niet de eerste keer dat de Partido Popular wordt geconfronteerd met juridische problemen rond corruptie. In eerdere zaken, zoals de Gürtel-affaire, werd al aangetoond dat de partij profiteerde van illegale fondsen en contracten. De huidige uitspraak voegt een nieuw hoofdstuk toe aan deze geschiedenis van financiële onregelmatigheden.
Met deze uitspraak benadrukt het Hooggerechtshof de noodzaak van transparantie en eerlijke praktijken binnen politieke organisaties. Hoewel de strafrechtelijke implicaties in veel gevallen zijn verjaard, blijft het morele en politieke gewicht van deze onthullingen groot.