HUESCA – Vier maanden geleden deden onderzoekers een macabere ontdekking. Onder het ijs vonden ze een menselijk bot, een stukje kledij en een tandenborstel. DNA-analyse van de resten bracht voorlopig geen uitsluitsel.
Het was een vreemde ontdekking voor de onderzoekers die eigenlijk het ijs van de gletsjer van Monte Perdido kwamen bestuderen. Een menselijk bot, schijnbaar deel van een schedel en een stukje kledij. De voornaamste hypothese was dat het ging om de Duitse bergbeklimmer Kulosa, een van de oudste vermiste alpinisten in Monte Perdido. Het laatste spoor van die 44-jarige man werd gevonden bij het Marboré meer. Daar slaagde de man er in de Guardia Civil te bellen met een noodkreet, omdat hij in een zware storm beland was op 2.800 meter.
Volgens reddingswerkers viel de man toen mogelijk in een kloof of werd hij bedolven onder de sneeuw. De DNA-analyse van de resten kwam echter niet overeen met het DNA van Kulosa. Ook lijkt het om geen van de andere gekende vermisten te gaan.
Het gevonden kledingstuk was in slechte staat, maar zou mogelijk een deel van een militair uniform zijn. De laatste soldaat die in Monte Perdido verdween, verongelukte in 1953. Twee kapiteins uit Jaca kwamen toen om bij een beklimming op een ijzige wand. Hun lichaam werd echter meteen gevonden.
Het is niet de eerste keer dat een gletsjer een vermiste persoon teruggeeft. In 1992 vond men nog het lichaam van Catherine Verón, een Franse academicus die 18 jaar eerder in een kloof van de Aneto viel.
In Tempestades duurde het 47 jaar tot in 2001 het stoffelijk overschot van de 29 jaar oude alpinist Joaquín López Valls werd teruggevonden. Die probeerde een weg uit te houwen op de pico Margalida toen een rotsblok losliet en hem naar beneden sleurde.