Parlementsverkiezingen Spanje 23 juli kosten 221 miljoen euro

Parlementsverkiezingen Spanje 23 juli kosten 221 miljoen euro
beeld: Ministerio del Interior / web
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Het Spaanse ministerie van Binnenlandse Zaken heeft het officiële verslag van de Parlementsverkiezingen van 23 juli 2023 vrijgegeven. Het rapport toont de totale kosten van deze verkiezingen voor de overheidsfinanciën: 220.872.805,92 euro, bijna 221 miljoen euro. De gemiddelde kosten per inwoner van het land, met 48.196.693 inwoners, voor de verkiezingen van 23 juli zijn 4,58 euro.

Maar niet alle inwoners zullen hun stem mogen uitbrengen tijdens deze zestiende Parlementsverkiezingen. Er zijn 37.469.142 kiezers opgeroepen om 350 volksvertegenwoordigers en 208 senatoren te kiezen. Daarvan wonen 35.140.881 personen in Spanje en 2.328.261 in het buitenland. Volgens gegevens van het ministerie van Binnenlandse Zaken zullen 1.639.363 mensen, iets meer dan 4,3% van de meer dan 37 miljoen kiezers, voor de eerste keer hun stemrecht uitoefenen tijdens de Parlementsverkiezingen op zondag 23 juli.

Slechts een klein aantal partijen zal vertegenwoordigd zijn in het parlement, maar in totaal zijn er 549 kandidatenlijsten voor het Congres (tegenover 628 lijsten die gevalideerd werden voor de verkiezingen van 10 november 2019) en 544 kandidatenlijsten voor de Senaat (tegenover 651 in de Parlementsverkiezingen vier jaar geleden). De meerderheid van de kandidaten in beide kamers is mannelijk, hoewel het verschil klein is. In het Lagerhuis zijn er 1.916 mannen tegenover 1.819 vrouwen, en in de Senaat zijn er 648 mannelijke en 509 vrouwelijke kandidaten.

Op 23 juli zullen er 60.314 stembureaus zijn, bemand door 180.942 hoofdleden en 361.884 reserveleden. Er zullen 210.000 stembussen, 59.000 stemcabines en 85 miljoen enveloppen aanwezig zijn, en er zullen ongeveer 365.000 handleidingen voor stembureaumedewerkers worden verdeeld.