De Spaanse verkeersdienst DGT heeft in 2024 een historisch record gevestigd met de opbrengst uit verkeersboetes. Volgens een rapport van Automovilistas Europeos Asociados (AEA) werd er bijna 540 miljoen euro geïnd, het hoogste bedrag ooit. In 2022 bleef dat nog steken op 507 miljoen euro, wat de groei des te opvallender maakt.
In totaal werden er meer dan 5,4 miljoen boetes opgelegd op de interregionale wegen van Spanje, exclusief Catalonië, Baskenland en Navarra. Dat is een stijging van meer dan 5 procent in vergelijking met 2023.
Snelheidsovertredingen bleken opnieuw de grootste bron van inkomsten. Vaste en trajectcontroles leverden samen meer dan 2,3 miljoen boetes op, terwijl mobiele radars goed waren voor ruim een miljoen sancties. Vooral het gebruik van mobiele radars nam sterk toe met een stijging van meer dan 22 procent.
Na snelheidsovertredingen volgden rijden zonder geldige APK met bijna 600.000 boetes en rijden zonder rijbewijs of met een ongeldig verklaard rijbewijs met bijna 140.000 sancties. Dit maakt duidelijk dat ook basisregels vaak genegeerd worden.
Daarnaast noteerde de DGT meer dan 100.000 boetes voor het gebruik van de mobiele telefoon tijdens het rijden en een vergelijkbaar aantal voor het niet dragen van de gordel. Deze overtredingen blijven een hardnekkig probleem in het Spaanse verkeer.
De wet schrijft voor dat punten op het rijbewijs pas worden afgetrokken bij forse overschrijdingen: boven 70 km/u op een 50-weg of boven 150 km/u op een snelweg met limiet 120. Wie binnen de bebouwde kom meer dan 60 km/u te hard rijdt, of buiten de kom meer dan 80 km/u, kan zelfs strafrechtelijk vervolgd worden.