National Geographic heeft het dorp Arzúa, gelegen in de provincie A Coruña in Galicië, uitgeroepen tot het ‘paradijs van de kazen’. Het tijdschrift prijst het dorp vanwege zijn lange traditie in kaasmaken en de productie van enkele van de beste kazen van Spanje.
Arzúa ligt op de bekende pelgrimsroute naar Santiago de Compostela en telt ongeveer 6000 inwoners. Dankzij de groene weiden en het vochtige klimaat is het gebied bijzonder geschikt voor melkveehouderij. Deze natuurlijke omstandigheden dragen bij aan de kwaliteit van de kazen die hier worden geproduceerd.
De ster van het dorp is de Arzúa-Ulloa-kaas, een romige koemelkkaas met een Beschermde Oorsprongsbenaming (DOP). Deze zachte kaas wordt jaarlijks met ruim 3200 ton geproduceerd en is daarmee de op één na meest geproduceerde DOP-kaas van Spanje. Kenmerkend zijn het boterachtige aroma en de milde smaak.
Een andere opvallende kaas uit Arzúa is de Galmesan. Deze harde kaas lijkt op Parmezaanse kaas, maar heeft een Galicisch karakter. De kaas rijpt 18 maanden, wat zorgt voor een krachtige en licht zoute smaak. Deze kaas staat symbool voor innovatie binnen de lokale kaascultuur.
Het dorp is ook de thuisbasis van ambachtelijke kaasmakerijen zoals Quesería Barral, die al sinds de jaren 70 actief is. Deze producent maakt meer dan een miljoen kilo kaas per jaar en werd internationaal bekroond, onder andere met een zilveren medaille op de World Cheese Awards in 2021.
Jaarlijks vindt in Arzúa het Kaasfestival plaats, een evenement dat al sinds 1976 georganiseerd wordt en duizenden bezoekers trekt. Bezoekers kunnen daar niet alleen proeven van lokale kazen, maar ook van varianten uit andere delen van Spanje en Europa. In 2025 werd in maart het 50-jarige jubileum van dit kaasfestival gevierd.
