In Spanje rijden bijna 4 miljoen auto’s rond met meer dan 250.000 kilometer op de teller. Dat komt neer op 15% van het totale wagenpark, een stuk hoger dan het landelijke gemiddelde van 171.000 kilometer. Uit een analyse blijkt dat veel Spanjaarden hun auto langer blijven gebruiken, vaak door economische redenen, maar ook door vertrouwen in de levensduur van hun wagen.
Deze voertuigen met hoge kilometerstanden zijn gemiddeld 20 jaar oud, terwijl de gemiddelde leeftijd van het Spaanse wagenpark op 15 jaar ligt. Ze hebben gemiddeld 326.000 kilometer gereden, bijna het dubbele van de landelijke norm, oftewel zo’n 16.300 kilometer per jaar.
De tweedehandsmarkt speelt hierbij een belangrijke rol. In de eerste acht maanden van dit jaar wisselden al 1,36 miljoen auto’s van eigenaar, meer dan de 1,3 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Kopers geven de voorkeur aan iets jongere auto’s van gemiddeld 12 jaar oud, maar ook auto’s met hoge kilometerstanden blijven gewild.
Toch brengt de aankoop van een tweedehandsauto risico’s met zich mee. Volgens de analyse heeft 1 op de 3 tweedehandswagens kans op problemen, zoals schadeverleden, import zonder duidelijke historie of afwijkende kilometerstanden. Voor het totale wagenpark geldt dit risico voor 1 op de 5 voertuigen.
Populaire modellen zoals de Volkswagen Golf, Seat Ibiza, Seat León, Renault Clio en Ford Focus zorgen voor verjonging van het wagenpark. Samen zijn ze goed voor ruim 8% van alle auto’s in Spanje. Deze modellen zijn gemiddeld 10 jaar oud en hebben ongeveer 143.000 kilometer gereden, duidelijk minder dan het landelijke gemiddelde.
Opvallend is dat 61% van deze jongere modellen slechts één eigenaar heeft gehad, tegenover 46% van het totale wagenpark. Dat maakt ze aantrekkelijker voor kopers die zekerheid en transparantie belangrijk vinden. Toch blijft de veroudering van het Spaanse wagenpark een probleem, waarbij de tweedehandsmarkt een sleutelrol zal blijven spelen.