Groene waterstof en biobrandstoffen is goed voor 181.000 banen in Spanje in 2040

Groene waterstof en biobrandstoffen is goed voor 181.000 banen in Spanje in 2040
beeld: via canva.com
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Spanje zal tegen het jaar 2040 naar verwachting 181.000 banen creëren in de sector van groene waterstof en biobrandstoffen. Dit is 11% van het totale aantal banen (1,7 miljoen) dat in deze sector in de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk (VK) gecreëerd zal worden. Deze sector zal naar verwachting € 15,6 miljard bijdragen aan de Spaanse economie in 2040, wat neerkomt op een stijging van 1% vergeleken met het BBP in 2022. Dit blijkt uit een analyse van Cepsa en Manpower Group die deze week gepresenteerd is op het Wereld Economisch Forum in Davos.

Spanje zal naar verwachting de komende twintig jaar de leiding nemen in de productie van groene waterstof en de groei van banen in deze sector. Ongeveer 55% van de nieuwe banen in Spanje binnen deze sector zullen vaardigheden vereisen die gerelateerd zijn aan de energietransitie. Dit percentage is het hoogste in de EU en het VK.

Groene waterstof wordt geproduceerd door elektrolyse van water met behulp van hernieuwbare elektriciteit, zoals zonne- of windenergie. Spanje heeft veel potentieel voor zonne- en windenergie en kan daarom een leidende rol spelen in de productie van groene waterstof. De overheid, bedrijven en kennisinstellingen investeren flink in waterstofprojecten.

De verwachting is dat de productie van groene waterstof de komende jaren sterk zal toenemen. Dit zal leiden tot de creatie van duizenden nieuwe banen, vooral in de installatie en het onderhoud, transportinfrastructuur en opslagfaciliteiten. Ook ontstaan er banen in onderzoek en ontwikkeling.

Uit de analyse blijkt dat het aantal vrouwen in de groene waterstof- en biobrandstoffensector zal toenemen. Momenteel wordt de energiesector nog gedomineerd door mannen, maar naar verwachting zal het aandeel vrouwen tegen 2040 stijgen tot 37%. Dit komt doordat het aantal vrouwen dat de sector instroomt naar verwachting twee keer zo snel zal groeien als het aantal mannen tussen 2030 en 2040

De overgang naar groene waterstof en biobrandstoffen zal leiden tot het verdwijnen van bepaalde banen, terwijl er tegelijkertijd nieuwe banen bijkomen. Hierdoor zal 60% van de werknemers in Europa om- of bijscholing nodig hebben.

Met name in landen als Italië, Duitsland en Spanje is er een groot tekort aan de vaardigheden die nodig zijn in de nieuwe banen. Dit tekort moet worden opgevangen via bijscholingstrajecten, samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Ook moeten werknemers van wie de banen verdwijnen worden omgeschoold.

De overheid kan bijscholing stimuleren via subsidies en fiscale maatregelen. Onderwijsinstellingen moeten technische opleidingen ontwikkelen die aansluiten bij de behoeften van de sector. Bedrijven kunnen interne trainingen aanbieden aan hun personeel. Een succesvolle transitie vereist dat alle partijen hieraan meewerken.

De analyse laat zien dat 88% van de nieuwe banen in groene waterstof en biobrandstoffen tegen 2040 in andere sectoren dan de energiesector zelf gecreëerd zullen worden. Het gaat bijvoorbeeld om banen in de industrie, dienstverlening en bouw.

Dit benadrukt dat de groene economie een dynamiserend effect heeft op de hele economie. De energietransitie biedt niet alleen kansen in de energiesector zelf, maar creëert banen in allerlei sectoren die profiteren van de overgang naar schone energie. Denk aan installateurs, loodgieters, elektriciens, bouwvakkers en IT’ers.

De overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen moeten werknemers in staat stellen de vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn voor deze nieuwe banen. Dit vraagt om intensieve samenwerking tussen de verschillende partijen om opleidingen af te stemmen op de arbeidsmarkt van de toekomst.

Volgens de analyse zullen 20 beroepen goed zijn voor 80% van de nieuwe banen in groene waterstof en biobrandstoffen in 2040. Het gaat vooral om technische beroepen op middelbaar en hoger niveau, zoals ingenieurs, elektriciens, managers en IT’ers. Werknemers die in deze groeiende beroepen aan de slag willen, zullen competenties moeten hebben op het gebied van bijvoorbeeld techniek, digitalisering, data-analyse, procestechnologie en projectmanagement.

Het onderwijs zal zich moeten richten op het ontwikkelen van deze competenties bij studenten, zodat zij voorbereid de arbeidsmarkt betreden. Daarnaast is een leven lang ontwikkelen cruciaal, zodat de beroepsbevolking over de juiste kennis en vaardigheden beschikt. Dit vereist investeringen in omscholing en bijscholing.