Elektrisch laden wordt steeds gebruikelijker, vooral nu meer mensen ervoor kiezen om met een elektrische auto op vakantie te gaan. Met een groeiend aantal elektrische voertuigen op de weg is het cruciaal om te begrijpen hoe het laadproces in verschillende landen werkt en wat de kosten zijn. De ANWB heeft het allemaal uitgezocht en concludeert dat in Spanje het snelladen vaak goedkoper is dan het normaal laden van een elektrische auto of EV.
Wanneer we kijken naar de kosten van elektrisch laden in Europa, valt meteen op dat Noorwegen koploper is. De combinatie van een goed ontwikkeld laadnetwerk en relatief lage elektriciteitsprijzen maakt het voor autobezitters mogelijk om voordelig te laden. In tegenstelling tot Noorwegen staat Zwitserland echter onderaan de lijst. Hier worden automobilisten geconfronteerd met exorbitante laadkosten.
Volgens de ANWB zijn er twee landen waar snelladen soms voordeliger is dan normaal laden. Dit betreft Frankrijk en Spanje. In Spanje betaalt men gemiddeld 0,61 euro per kWh voor laden met wisselstroom (AC), terwijl snelladen (DC) maar 0,60 euro kost. Dat betekent dat het snelladen 98% van de prijs van AC bedraagt. In Frankrijk liggen de tarieven iets anders: daar is de prijs voor AC 0,64 euro en voor DC 0,62 euro, wat een verschil van 97% oplevert.
Als we dit vergelijken met Nederland, zien we een duidelijk verschil. In Nederland betaal je 0,50 euro voor AC-laden (goedkoper dan in Spanje), terwijl DC-laden 0,73 euro per kWh kost, wat een verschil van 146% oplevert. In België liggen de prijzen op 0,65 euro en 0,76 euro respectievelijk, wat zorgt voor een verschil van 117%.
Een oorzaak van de prijsverschillen is het blokkeertarief, een tijdsgebonden toeslag bovenop het stroomtarief. In landen zoals Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk zijn dergelijke tarieven gebruikelijk. Bij snellaadpalen geldt soms ook een tijdsgebonden tarief, maar omdat deze meestal bij drukke locaties staan, verblijf je daar niet lang. Aan normale laadpalen blijf je echter wel langer, wat de gemiddelde prijs per kWh beïnvloedt.
Ook in vele Europese landen is het snellaadnetwerk de afgelopen jaren flink gegroeid. Meer concurrentie, grotere schaal en mogelijke subsidies kunnen de reden zijn voor de relatief lage tarieven voor snelladen in landen zoals Frankrijk en Spanje.
Laden versus tanken
Met de groei van het aantal elektrische voertuigen is er een interessante vergelijking ontstaan tussen de kosten van elektrisch laden en het tanken van benzine. Dit onderwerp is relevant voor velen die overwegen over te stappen naar een elektrische auto, maar nog twijfelen vanwege de kosten.
Wanneer we de kosten per 100 kilometer vergelijken, gebaseerd op het verbruik van elektrische voertuigen versus benzineauto’s, zien we interessante inzichten. Voor een gemiddelde elektrische auto met een verbruik van 16,5 kWh per 100 kilometer kunnen de laadkosten variëren afhankelijk van het land waarin men zich bevindt.
In landen waar de brandstofprijzen relatief laag zijn, zoals België en Luxemburg, kan tanken voordeliger zijn dan elektrisch laden. In België is de AC-laden prijs per 100 km 10,73 euro, voor DC-laden 12,54 euro en voor benzine tussen de 10,40 en 11,44 euro (buiten of aan de snelweg). Voor Nederland is het verschil veel groter, met een AC-laden prijs per 100 km 8,25 euro, voor DC-laden 12,05 euro en voor benzine tussen de 12,81 en 14,30 euro (buiten of aan de snelweg).
Ook in Spanje is er een prijsverschil met een AC-laden prijs per 100 km 10,07 euro, voor DC-laden 9,90 euro en voor benzine tussen de 10,40 en 11,57 euro (buiten of aan de snelweg).
Onderzoek
De informatie is afkomstig van een data-analyse van ANWB Laadpas. Daaruit blijkt dat ANWB-klanten in de 2024 zomer (juni tot en met augustus) meer dan 63.000 keer in het buitenland hebben opgeladen. De meeste laadpunten werden gevonden in Frankrijk (24.615), Duitsland (17.202), België (5.179) en Italië (4.278). De noordelijkste laadsessie vond plaats op het eiland Magerøya in Noorwegen, ver boven de poolcirkel, terwijl de zuidelijkste laadpunten in het Spaanse Marbella waren. De westelijkste laadsessies waren in IJsland en de oostelijkste nabij Varna aan de Bulgaarse kust.