De kustprovincies Cádiz en Huelva behoren tot de Spaanse gebieden met het grootste risico op een tsunami. Dat komt doordat ze precies liggen op de grens van de Europese en Afrikaanse tektonische platen. Die schuiven langzaam tegen elkaar, waardoor zich diepe spanningen opbouwen die ooit plotseling kunnen losbarsten.
Zo’n ramp gebeurde al eerder: op 1 november 1755 veroorzaakte een zware aardbeving bij Lissabon een enorme tsunami die de kust van Zuid-Spanje bereikte. In Cádiz en Huelva werden destijds golven tot twintig meter hoog gemeten. Dat drama zit nog altijd in het collectieve geheugen van de regio.
Volgens recente wetenschappelijke studies zou een nieuwe aardbeving met een kracht van ongeveer 7,5 op de schaal van Richter, op 300 kilometer van de Algarve, binnen een uur grote golven richting de Andalusische kust kunnen sturen. In sommige zones zouden die golven tussen de vijf en twaalf meter hoog kunnen worden.
Om voorbereid te zijn op zo’n scenario vond op donderdag 20 november een grootschalige oefening plaats in Cádiz. Meer dan 20.000 mensen, waaronder bewoners, scholen en bedrijven, namen deel aan het simulatieproject. Er werden waarschuwingsberichten via mobiele telefoons verstuurd en verschillende evacuatiescenario’s getest.
De oefening, de grootste ooit in Spanje, moest aantonen hoe goed de bevolking en de hulpdiensten reageren op een plotselinge tsunamiwaarschuwing. De regionale overheid wil hiermee zwakke punten opsporen in de communicatie en evacuatieplannen, zodat er in de toekomst sneller gehandeld kan worden.
Volgens experts is het risico op een tsunami in Zuid-Spanje niet extreem hoog, maar wel reëel genoeg om serieus genomen te worden. Dankzij moderne waarschuwingssystemen en betere voorbereiding kan een herhaling van het drama van 1755 worden voorkomen – als iedereen weet wat te doen wanneer het echt gebeurt.