MADRID – 4,8 miljoen personen in Spanje, 10.2% van de bevolking, leven in extreme armoede in het jaar 2021. Dat is een aantal dat 700.000 hoger ligt dan het jaar ervoor. De bevolking is ook gegroeid en in verhouding zou het gaan om ongeveer 317.000 nieuwe gevallen van extreme armoede volgens het Europees netwerk in de strijd tegen armoede en sociale uitsluiting in de Spaanse staat (EAPN-ES).
Volgens EAPN-ES was de inkomensgrens voor extreme armoede in 2021 6357 euro per consumptie- eenheid per jaar. Dat betekent dat elke persoon moet overleven met minder dan 278 euro per maand in het geval dat een familie bestaat uit twee volwassenen en twee minderjarigen. Daarnaast gaat het om een bedrag van minder dan 530 euro voor iemand die alleen leeft.
De personen die in armoede leven zijn ‘heel anders dan de stereotypen en vooroordelen van de collectieve verbeelding’. Het grootste aantal zijn mensen met Spaanse nationaliteit (68,3%), met een gemiddeld opleidingsniveau (53,6%) of met een hoog opleidingsniveau (19,5%), met werk (14,3%) en met een eigen woning (45,9%).
Daarnaast laat de studie weten dat het hebben van kinderen in Spanje een belangrijke risicofactor is voor armoede en sociale uitsluiting. Vooral huizen met één ouder zijn een risicofactor. Daarvan bevindt 26,6% zich in een situatie van extreme armoede.
Ook families met veel kinderen zijn er vaak slecht aan toe; 27,2% van de mensen die leven in huizen met drie of meer kinderen of pubers leven in extreme armoede. Dit is bijna drie keer zoveel als in de rest van de huizen.
Vooral jongeren bevinden zich ook in extreme armoede. De hoogste aantallen zijn te vinden bij kinderen en minderjarigen. 15,1% van de personen onder de zestien bevinden zich in deze situatie.
Er zijn zelfs ook 1.2 miljoen personen in Spanje die werk hebben en zich toch in een situatie van extreme armoede bevinden.
Vooral op de Canarische Eilanden, in Andalusië en in Extremadura zijn de percentages vrij hoog (tussen de 12,5% en de 16,8% van het totaal van hun bevolking). De laagste aantallen zijn in het Baskenland, Navarra en Cantabrië met aantallen tussen de 4% en de 6% van de totale bevolking.