Wat te doen met het balletje-balletje in Benidorm

Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

BENIDORM – De populaire kustplaats Benidorm heeft al jaren te maken met het probleem van het balletje-balletje op de stranden en op de boulevard. In het Spaans heet dit ‘trile’ wat in Benidorm bijna in het geheel gerund wordt door vier groepen bestaande uit zeven tot negen leden. Het gaat daarbij om families die leven van het balletje-balletje bedrog want dat is het in feite. Maar om er iets aan te kunnen doen moeten de wetten aangepast worden.

Rechters, aanklagers, advocaten en de politie schijnen het maar niet eens te worden met elkaar over hoe men het ‘trile’ in Benidorm moet aanpakken. Recent werd een Britse toerist in elkaar geslagen door ‘trileros’ omdat hij anderen waarschuwde voor de fraude en oplichting bij het balletje-balletje. De video van zijn verwonding ging de halve wereld rond en dus wordt er weer gediscussieerd over het legale/illegale spelletje waar men dus veel geld mee verdient.

Het zijn volgens de politie praktisch altijd dezelfde personen die zich bezighouden met het ‘trile’ en men weet wie het zijn. Met de huidige wetten en regels kan men echter niet meer doen dan de oplichters te bekeuren waarna deze vrolijk verder gaan. Volgens de politie is het spel op zich geen strafbaar feit maar een te beboeten activiteit omdat het in strijd is met de regionale wet op kansspelen.

De boete die de balletje-balletje personen moeten betalen wordt meestal niet betaald omdat de ‘trileros’ zeggen dat ze geen geld hebben waarna men vrolijk verder gaat met het oplichten van toeristen die er, door nog onverklaarbare reden, elke keer in trappen om mee te doen.

Wat is het

Balletje-balletje is de naam van een goocheltruc waarmee voorbijgangers worden opgelicht. Vroeger was het in Nederland en België ook wel bekend als dopjesspel terwijl het in het Spaans ‘trile’, ‘mosqueta’, ‘Pepito paga doble’, ¿dónde está la bolita? of ‘la bolita’ heet.

Voor het spel gebruikt men drie bekers (of doppen), enkele balletjes en een tafel, kartonnen doos of vergelijkbaar speeloppervlak. De oplichter beweegt snel met de omgekeerde bekers over de tafel, laat een balletje tussen de bekers rollen en zet vervolgens de bekers stil. Aan de toeschouwers wordt dan gevraagd onder welke beker het balletje zich bevindt, waarbij een bedrag wordt ingezet.

De oplichter heeft meestal handlangers die zich als voorbijgangers voordoen. Deze handlangers ‘winnen’ geregeld; soms ‘verliezen’ ze door de verkeerde beker te kiezen terwijl voorbijgangers wel duidelijk konden zien welke beker de juiste was. Zo krijgen sommige voorbijgangers het idee dat wat ze zien echt is, dat ze de truc door hebben en dat zij het spel ook kunnen winnen. 

Dan gebruikt de oplichter echter een goocheltruc waardoor het balletje steeds onder een andere beker ligt dan de speler denkt. Hierbij helpen de handlangers de oplichter op verschillende manieren. Zo omcirkelen ze tijdens het spel het slachtoffer om deze onder druk te zetten door te blijven spelen en om te voorkomen dat omstanders kunnen ingrijpen. 

Daarnaast letten ze op signalen van andere handlangers die op de uitkijk staan voor de politie en keren zich fysiek tegen het slachtoffer als deze door heeft te zijn opgelicht en zijn of haar geld terug eist. Dit geldt eveneens wanneer het slachtoffer onverhoopt mocht winnen en zijn winst opeist.