SEVILLA – Er wordt al jaren over gesproken en het debat wordt steeds intensiever wat betreft de toeristenbelasting in Andalusië. Zoals altijd zijn er voor- en tegenstanders die zowel de voor- als nadelen zien van een extra belasting die toeristen moeten betalen om ergens te overnachten. Daarbij moet ook nagedacht worden over het feit dat praktisch overal in Europa al toeristenbelasting gevraagd worden dus waarom in Spanje niet? Die mening delen ook de burgemeesters van Sevilla en Málaga.
De ‘alcaldes’ van Sevilla en Málaga zitten met hun politieke ideeën niet op eenzelfde lijn aangezien de burgemeester van Sevilla Antonio Muñoz socialist (PSOE) is en de burgemeester van Málaga Francisco de la Torre conservatief (PP) is. Maar over een mogelijke invoering van een toeristenbelasting zitten beide burgemeesters wel op één lijn.
Beide burgemeesters zijn voorstander van een ‘tasa turística’ maar alleen als daar een algemeen akkoord over is bereikt in Andalusië en dat alle betrokken partijen op eenzelfde lijn zitten. In de ogen van Muñoz en de la Torre kan de miljoenen opbrengst van een eventuele toeristenbelasting financieel bijdragen om de regio en steden te promoten en veel projecten in het toerisme te financieren. Er moet dan wel een goede controle over dat geld bestaan.
Samen met de steden Granada en Córdoba vormen Málaga en Sevilla de samenwerking Andalusian Soul om deze steden en provincies te promoten. In tegenstelling tot Málaga en Sevilla zijn de burgemeesters van Granada en Córdoba echter nog niet overtuigd van het nut van een toeristenbelasting.
Andalusië en toeristenbelasting
Veel buitenlandse toeristen vragen zich vaak af of er in Spanje op vakantie een toeristenbelasting betaald moet worden. Het antwoord is nee, behalve in de regio’s Catalonië en de Balearen eilanden. Dat zijn vooralsnog de enige autonome regio’s in Spanje die aan zowel Spaanse als internationale (buitenlandse) toeristen een bepaalde vorm van belasting vragen. Daar kan vanaf 2023 ook de Valencia regio bijkomen maar daar mogen dan de gemeenten zelf beslissen of ze de toeristenbelasting invoeren of niet.
Maar ook in Andalusië denkt men nu steeds serieuzer na over een toeristenbelasting om zo extra inkomsten te ontvangen die gebruikt worden voor uitgaven aan toeristische doelen. Maar uiteraard zijn er voor- en tegenstanders zoals in de grote steden. In Sevilla is men net zoals in Málaga Cádiz voorstander van een klein bedrag per nacht dat bezoekers moeten betalen, net zoals in andere Europese steden. Maar in Córdoba, Granada, Almería, Jaén en Huelva is men (nog) niet zo’n voorstander van een toeristenbelasting.
De tegenstanders zijn van mening dat een extra kostenpost voor de bezoekers uit Spanje en het buitenland een negatieve invloed zal hebben op de aantallen toeristen. Maar de toeristenbelasting sinds 2012 in Catalonië en sinds 2016 op de Balearen bewijzen dat dit niet het geval is aangezien dit de twee meest bezochte toeristische regio’s zijn, althans bij de buitenlandse toeristen.
Het verschil zal dus liggen in de toeristenbelasting voor buitenlanders die op vakantie komen, deze groep is al gewend aan een speciale belasting in eigen land of andere vakantielanden. En de tweede groep zijn de inwoners van Spanje zelf die het nog steeds vreemd vinden dat ze in Catalonië en op de Balearen wel moeten betalen maar bijvoorbeeld in Valencia, Murcia, Andalusië, Canarische Eilanden en Madrid niet.