Spaanse gepensioneerden bereiden zich voor op massale protesten op 22 februari, tenzij de regering voor die tijd een oplossing biedt voor de bevroren pensioenverhoging. Dit besluit komt nadat het parlement op 23 januari het zogenaamde “decreto ómnibus” heeft verworpen.
Het decreet omvatte niet alleen een pensioenstijging van 2,8% voor 2025, maar ook andere sociale maatregelen zoals steun aan kwetsbare groepen en hulp bij transportkosten. De stemming eindigde met 177 stemmen tegen van onder andere de Partido Popular (PP), Vox en het Catalaanse Junts en 171 voor, waardoor alle voorziene verbeteringen werden teruggedraaid.
De afgewezen maatregelen betekenden onder andere een verhoging van 6% voor minimumuitkeringen en 9% voor niet-bijdragende pensioenen. De ontsteltenis onder gepensioneerden en ouderenorganisaties is groot, met woede en onzekerheid als overheersende emoties. Als reactie hebben verschillende actiegroepen hun krachten gebundeld binnen de “Unidad de Acción del Movimiento Pensionista” om te vechten voor de rechten van gepensioneerden.
Volgens de organisaties is de situatie ernstig. Ze wijzen erop dat zonder nieuwe wetgeving de verhogingen, die in januari tijdelijk werden toegepast, vanaf februari verdwijnen. Dit is voor veel gepensioneerden onacceptabel, omdat de financiële druk op deze groep blijft toenemen door inflatie en hogere levensonderhoudskosten.
De actievoerders herinneren aan eerdere successen, zoals de demonstraties van januari 2018, die destijds de regering ertoe dwongen om de pensioenen te verhogen. Ze benadrukken dat deze kwestie van cruciaal belang is en eisen dat de regering verantwoordelijkheid neemt om deze impasse te doorbreken.
Met de dreigende protesten willen de gepensioneerden laten zien dat ze niet genegeerd kunnen worden. Ze roepen de regering op om vóór 20 februari actie te ondernemen. Gebeurt dat niet, dan zullen ze massaal de straat op gaan op 22 februari, in het hele land.
De uitkomst van deze situatie heeft niet alleen gevolgen voor miljoenen Spaanse gepensioneerden, maar kan ook de politieke stabiliteit beïnvloeden, aangezien sociale kwesties steeds meer centraal staan in de publieke opinie.

