MADRID – Volgens de cijfers van het Europese Statistiekbureau Eurostat, is de gemiddelde leeftijd in Spanje 45,1 jaar. Van 2012 tot 2022 is deze gemiddelde leeftijd in Spanje in tien jaar tijd met 4,3 jaar gestegen en is deze hoger dan het Europese gemiddelde van 44,4 jaar. Spanje staat op de lijst van EU-landen op de zevende plaats, achter Italië, Portugal, Griekenland, Duitsland, Kroatië en Bulgarije. In België is men met 41,9 jaar gemiddeld jonger, net zoals in Nederland met gemiddeld 42,7 jaar.
Op 1 januari 2022 bereikte de gemiddelde leeftijd van de bevolking van de Europese Unie (EU) 44,4 jaar, 0,3 jaar meer dan in 2021. Deze is met 2,5 jaar gestegen van 41,9 jaar in 2012. Dit betekent dat de helft van de bevolking van de EU ouder was dan 44,4 jaar, terwijl de andere helft jonger was. Bij de EU-landen varieert de gemiddelde leeftijd van 38,3 jaar in Cyprus, 38,8 in Ierland en 39,7 in Luxemburg tot 48,0 jaar in Italië, 46,8 in Portugal, 46,1 in Griekenland, 45,8 in Duitsland, 45,4 in Kroatië en 45,1 jaar in Bulgarije en Spanje.
Tussen 2012 en 2022 is deze indicator in alle EU-lidstaten gestegen, behalve in Zweden, waar deze is gedaald (van 40,8 jaar in 2012 tot 40,7 jaar in 2022). In Malta was er tussen 2012 en 2022 geen verandering in de gemiddelde leeftijd, die op 40,4 jaar bleef. In vijf EU-landen steeg de gemiddelde leeftijd van de bevolking met 4 jaar of meer. De gemiddelde leeftijd in Portugal steeg het meest onder de EU-landen (+4,7 jaar), gevolgd door Spanje (+4,3), Griekenland en Slowakije (beide +4,1) en Italië (+4,0).
In Nederland steeg de gemiddelde leeftijd met 1,4 jaar van 41,3 jaar in 2012 naar 42,7 jaar in 2022. In België is de gemiddelde leeftijd met 0,9 jaar gestegen van 41 jaar in 2012 naar 41,9 jaar in 2022. In Spanje is de gemiddelde leeftijd stijging 4,3 jaar van 40,8 jaar in 2012 naar 45,1 jaar in 2022.