Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.
Voor de zoveelste keer vliegt Egbert naar Alicante maar dit keer verliep de vlucht wel heel anders dan anders. Hij had weer wat bijzonders. Op Schiphol zat hij vrijwel als eerste in het toestel. Haantje de voorste dus, want de bagagerekken zijn redelijk gauw vol, en door zo vlot te zijn verzekerde hij zich van een plekje voor zijn handbagage. Rij 3, vooraan, aan het gangpad. Het vliegtuig zat vol, dus het verbaasde hem een beetje dat er niemand naast hem kwam zitten. Vóór hem zitten twee heren, een hele dikke en een hele dunne. De dunne had duidelijk last van de dikke en keek Egbert wat vragend aan: ‘mag ik naast u komen zitten?’ Natuurlijk kan dat, geen probleem.
De twee raken met elkaar aan de praat. Zelfs geanimeerd aan de praat. Egbert wijst hem op het mooie uitzicht rechts: kijk eens daar ligt Parijs, wat fascinerend he? Het is zo helder en je kunt prachtig de Eiffeltoren zien en de Sacre Coeur! Enthousiast tettert hij: kijk eens hier en kijk eens daar. Buurman laat zich ‘gidsen’ door Egbert. Maar dan blijkt de dunne buurman een ex-Transaviapiloot te zijn! Al honderden keren is hij hier overheen gevlogen en nu gaat Egbert hem wel even uitleggen dat dáár de Eiffeltoren is! Ze moeten er beiden om lachen. Egbert vroeg hem of hij nog niet is uitgekeken op die uitzichten, maar dat bleek niet het geval. “Ik geniet er elke keer weer van!” Hij merkte dat Egbert zeer geïnteresseerd was en zodoende werden de rollen omgedraaid, nu ging hij van alles over de vlucht uitleggen! Hij pakte zijn tablet, waarop een duidelijke streep zichtbaar was en een stippeltje. Dat stippeltje was hun toestel. Hij vertelde hoe hard het vliegtuig vloog, hoeveel tegenwind ze nu hadden, de hoogte, de temperatuur, van alles!
Hij vloog zijn hele leven al, de laatste jaren voor rijke particulieren die een eigen vliegtuig hebben. Dát verdiende heel wat beter. Nog nooit had hij een enge situatie meegemaakt. En toen gebeurde het! Omdat het ‘klikte’ tussen hen beiden, zei hij dat hij de piloten van dit toestel wel kende en of hij even langs Egbert heen mocht lopen. Natuurlijk. Hij weg. Even later komt hij terug. “Kom maar mee” zei hij wenkend. Ik heb gevraagd of u even in de cockpit mag kijken, u bent zó geïnteresseerd! Nou, dat liet Egbert zich geen twee keer zeggen en zo kwam het dat Egbert pontificaal in de cockpit belandde, dáár de piloten het hemd van hun lijf vroeg, het fabelachtige uitzicht in zich opnam: Barbara, het is zó mooi dat uitzicht, de sneeuw op de Pyreneeën, overal stadjes, dorpjes, zo’n wijds uitzicht. Ook keek hij zijn ogen uit naar de apparaten die de piloten met zoveel gemak bedienden. Hoewel ze heel ontspannen met hun armen over elkaar zaten, gezellig tegen hem aan babbelden, alsof Egbert bij hen op visite was! Dat was genieten voor Egbert, een ervaring om niet gauw te vergeten.
In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER
Terug uit de cockpit, op weg naar zijn plek in rij drie, voelt Egbert talloze verbaasde blikken van medepassagiers op zich gericht. Weer op zijn stoel wijst buurman-piloot een plaats aan op zijn tablet: kijk dat is Barcelona aan de linker kant. Even later: nu moet Valencia eraan komen, kijk maar: ze duiken beiden op de tablet, en ja hoor, daar links! En inderdaad een blik naar buiten leert hen dat Valencia daar ook echt ligt. Recht vooruit ligt Alicante. En kijk: in het verlengde, in een rechte lijn, zie je het vliegveld.
Wat vond Egbert dit een leuke vlucht. Het enige minpuntje was het feit dat de aardige buurman op een gegeven moment zei “noem me maar Arnold.” Egbert direct “noem me maar Egbert” maar dát wilde Arnold niet, nee hoor, ik blijf u tegen u zeggen!” Nou, Barbara, dán voel je je echt oud,” gromde Egbert tegen mij.
Voor Egbert er erg in had, werden de motoren op stationair gezet, de flappen naar omlaag. In elk geval werd de landing ingezet, terwijl Egbert nog lang niet uitgevraagd was. Maar de lichten moesten uit, fasten your seatbelts en voor dat hij er erg in had stond hij alweer in de ontvangsthal, waar ik op hem stond te wachten. Het was dus allemaal weer goed gegaan en ik ben heel blij dat hij er weer is, maar voor hem had de vlucht nog wel even langer mogen duren.
Groetjes, Barbara