SEVILLA – Wie al eens in Sevilla is geweest, heeft het met zijn eigen ogen gezien. Een op de vier van de bomen in de stad is een sinaasappelboom. Het gemeentebestuur maakt dan ook met reden deel uit van een Europees netwerk dat zich inzet in de strijd tegen een aantal plagen van die citrusvruchten.
Sevilla is de Europese stad met de meeste appelsienbomen; 45.000 volgens de laatste telling. Dat maakt de stad de uitgelezen plek om te experimenteren met alternatieve geneesmiddelen tegen de oprukkende ziektes waaronder de plant te lijden krijgt. Het gaat dan vooral om de zogezegde ‘peste de los naranjas’ of sinaasappel-pest. Een plaag die het laatste decennium lelijk heeft huisgehouden in de Verenigde Staten en nu op de poorten van Europa beukt.
De sinaasappel-pest of de ‘gele draak’ is een ziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie huanglongbing. Al een paar jaar geleden werd het insect dat de bacterie overdraagt gevonden in Galicië . Het gaat om de ‘pila Africana’, een weekdier dat zijn nest maakt in de appelsienbomen en zo de boom besmet. Dankzij de snelle vaststelling kon men in 2019 in Sevilla de groei van het insect inperken en de bomen voorlopig beschermen. Als de bacterie vrij spel krijgt, sterft de boom namelijk een langzame dood.
Sevilla sluit zich nu samen met 12 andere landen aan bij het Europese programma ‘Life for Citrus’. Dat programma werd in het leven geroepen om de mediterrane landen te beschermen tegen de sinaasappel-pest. Het wil duurzame en ecologische buffers vormen die de infectie snel opsporen en een grote verspreiding indijken.
Bovendien zal het gemeentebestuur van Sevilla een ruimte openen waar men specifiek omtrent het thema van de sinaasappel-pest zal werken. Zo hoopt men middels een minimum inzet van pesticiden het probleem alsnog voor te blijven.