De Spaanse consumentenorganisatie OCU heeft stevige kritiek geuit op de jaarlijkse autobelasting, de zogenaamde Impuesto sobre Vehículos de Tracción Mecánica (IVTM). Volgens de organisatie is deze belasting niet eerlijk en houdt ze geen rekening met de werkelijke milieubelasting van voertuigen.
De hoogte van de belasting wordt bepaald door de gemeente waar je woont. Elke gemeente mag zelf tarieven vaststellen binnen de landelijke regels. Dat betekent dat je in de ene stad veel meer betaalt dan in de andere, zelfs met dezelfde auto. De belasting geldt bovendien alleen omdat je een voertuig bezit, ongeacht of je ermee rijdt of niet.
De berekening gebeurt aan de hand van de ‘fiscale kracht’ (potencia fiscal) van het voertuig. Voor benzine- en dieselauto’s wordt dat berekend op basis van cilinderinhoud en aantal cilinders. Voor elektrische voertuigen wordt gekeken naar het maximaal vermogen, wat volgens de OCU oneerlijk uitpakt. Hierdoor kan een elektrische auto een hogere fiscale kracht krijgen dan een vervuilende auto met verbrandingsmotor.
In steden als Madrid en Barcelona liggen de tarieven bijvoorbeeld tussen 20 en 224 euro per jaar, afhankelijk van de fiscale kracht. Maar die tarieven houden geen rekening met de CO₂-uitstoot of het energieverbruik van de auto. Dat leidt tot vreemde situaties: sommige vervuilende voertuigen betalen minder belasting dan schone elektrische of hybride auto’s.
Gelukkig bieden sommige steden kortingen aan. In Madrid krijgen elektrische en hybride voertuigen 75 procent korting op de belasting, al geldt dat bij hybrides alleen de eerste zes jaar. In Barcelona is er 75 procent korting voor volledig elektrische voertuigen en 50 procent voor hybrides die minder dan 120 gram CO₂ per kilometer uitstoten.
De OCU vindt dat het tijd is voor een grondige hervorming van het systeem. Volgens de organisatie moet de belasting gebaseerd worden op de werkelijke milieu-impact en niet op een oude, technische formule die geen recht doet aan duurzame mobiliteit.
