Spanjaarden gaven in 2023 gemiddeld 1.624 euro aan boodschappen uit

Spanjaarden gaven in 2023 gemiddeld 1.624 euro aan boodschappen uit
beeld: via canva.com
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

De Spaanse winkelwagen kost een gemiddelde Spaanse consument € 1.624 per jaar, een stijging van 3% vergeleken met 2022. Deze toename in bestedingen aan voedingsmiddelen en andere dagelijkse producten varieert aanzienlijk tussen regio’s en leeftijdsgroepen.

De regio’s Navarra (€ 2.137,91), Cantabrië (€ 1.983), Valencia (€ 1.961,33), Catalonië (€ 1.956,28) en Baskenland (€ 1.927,7) hebben de duurste winkelwagens van het land. Navarra zag ook de grootste stijging van 11,1%, gevolgd door de Canarische Eilanden met een toename van 8,4% van € 1.254,57 naar € 1.360,65.

Bestedingen variëren aanzienlijk per leeftijdsgroep. Consumenten tussen 18 en 24 jaar gaven gemiddeld € 577,91 uit, terwijl de groep van 45 tot 54 jaar het hoogste bedrag uitgaf met € 2.302,45. Andere leeftijdsgroepen: 25-34 jaar: € 1.036,52, 35-44 jaar: € 1.894,64 en 55-65 jaar: € 2.107,17.

De toename van 3% in de boodschappenkosten weerspiegelt de stijgende inflatie in Spanje. De duurste producten, zoals vlees- en zuivelproducten, stegen het meest in prijs. Dit heeft vooral gevolgen voor huishoudens met lagere inkomens, die een groter deel van hun budget aan voedsel besteden.

Consumenten passen verschillende strategieën toe om de kosten te beheersen zoals Het koen van huismerken en budgetproducten, vergelijken van prijzen tussen supermarkten, plannen van maaltijden en inkopen om verspilling te voorkomen en het gebruik van kortingsbonnen en loyaliteitsprogramma’s.

Hogere voedselprijzen veranderen het consumptiepatroon. Consumenten kopen minder vlees- en zuivelproducten en vervangen ze door goedkopere eiwitten en koolhydraten, zoals peulvruchten, granen en eieren.

De Spaanse regering heeft verschillende beleidsmaatregelen geïntroduceerd om de inflatie te bestrijden, zoals tijdelijke belastingverlagingen op basisproducten, prijsplafonds voor gas en elektriciteit en verhoogde overheidsuitgaven om de lasten te verlichten.