Steeds meer landbouwgrond in Spanje maakt plaats voor zonneparken, een ontwikkeling die leidt tot groeiende bezorgdheid onder boeren en milieuorganisaties. Volgens een recent onderzoek van RTVE is ongeveer 6,6% van het huidige zonnepark-oppervlak in 2022 afkomstig van voormalige olijfgaarden uit 2012. Daarnaast werd bijna de helft van deze gebieden eerder gebruikt voor droge landbouw.
De transitie komt voort uit het nationale streven om tegen 2030 maar liefst 76 gigawatt aan zonne-energiecapaciteit te installeren. Dat komt neer op zo’n 720 vierkante kilometer, ofwel 0,4% van alle landbouwgrond. Hoewel dit relatief weinig lijkt, heeft het op regionaal niveau grote impact. Vooral in Andalusië, en dan met name in de provincie Jaén, roept de aanleg van zonneparken felle weerstand op.
Lokale organisaties zoals SOS Rural en Campiña Norte maken zich zorgen over het verlies van agrarisch erfgoed en banen. Ze dringen aan op een moratorium voor nieuwe zonneprojecten totdat duidelijke regels zijn opgesteld. Volgens hen verdwijnen waardevolle olijfgaarden in rap tempo en wordt het landschap onherkenbaar veranderd.
De Spaanse overheid probeert de balans te vinden tussen milieudoelen en agrarische belangen. Het ministerie van Landbouw wijst op de mogelijkheid van gecombineerde projecten zoals agrovoltaïsche systemen, waarbij landbouw en energieopwekking hand in hand gaan. Toch zijn dergelijke oplossingen nog niet breed toegepast.
Hoewel zonne-energie een sleutelrol speelt in de energietransitie, blijft de manier waarop dit gebeurt onderwerp van debat. De uitdaging ligt in het beschermen van landbouwtradities terwijl er tegelijkertijd wordt ingezet op duurzame energie.
De toekomst van zonne-energie op het Spaanse platteland hangt af van een zorgvuldige afweging tussen economische, ecologische en sociale belangen. Alleen zo kan een duurzame en breed gedragen energietoekomst worden gerealiseerd.