De Alhambra in Granada staat bekend om zijn schoonheid, maar minder mensen weten dat de nazarí-heersers ook slimme manieren hadden om hun paleizen in de winter warm te houden. Nieuw onderzoek legt uit hoe ze een systeem gebruikten dat verrassend modern aanvoelt.
In de zomer koelden de paleizen vanzelf dankzij schaduwrijke patio’s, stromend water, tuinen en een doordachte luchtcirculatie. Maar zodra de temperaturen daalden, schakelden de bewoners over op een ingenieus verwarmingssysteem dat was geïnspireerd op de Romeinse badhuizen.
In de baden, die naast het Palacio de Comares lagen, verbrandde men hout om de lucht te verhitten. Die warme lucht werd via ondergrondse kanalen en holtes in de muren naar andere vertrekken geleid. De wanden warmden op en straalden die warmte daarna langzaam weer uit, waardoor de kamers aangenaam werden zonder open vuur.
Zo konden de bewoners zelfs op de koudste winterdagen genieten van comfortabele vertrekken. Het systeem werkte stil, veilig en efficiënt, volledig gebruikmakend van natuurlijke warmte en slim ontworpen ruimtes.
Dit alles laat zien hoe ver de kennis van bioklimaat-architectuur in die tijd al was. Lang voordat moderne verwarmingsinstallaties bestonden, wisten de bouwers de natuur te benutten om het leven in de paleizen aangenamer te maken.
Wie vandaag door de Alhambra loopt, kijkt dus niet alleen naar prachtige decoraties en indrukwekkende architectuur, maar ook naar een technisch vernuft dat voor zijn tijd uitzonderlijk vooruitstrevend was.
