Als je in Spanje bij oude opgravingen rondkijkt, zie je vaak resten van Romeinse gebouwen. Veel mensen zijn verrast dat de Romeinen meer dan tweeduizend jaar geleden al een slim verwarmingssysteem hadden. Zonder elektriciteit of radiatoren wisten ze hun huizen warm te houden. Het geheim? Het hypocaustum, de voorloper van vloerverwarming.
Het hypocaustsysteem werkte eigenlijk heel simpel. Onder de vloer zaten kleine ruimtes op stenen pilaren. In een oven naast het gebouw werd hout verbrand, en de warme lucht stroomde onder de vloer door en via kanalen langs de muren omhoog. Zo bleef het hele gebouw gelijkmatig warm en voelde het binnen prettig aan.
In Spanje, of Hispania zoals de Romeinen het noemden, hadden mensen dit verwarmingssysteem echt nodig. In het noorden en in de bergen konden de winters koud zijn. Daarom gebruikten veel gebouwen het hypocaustum. Op veel plaatsen, zoals Mérida, Tarragona en Cádiz, kun je de resten hiervan nog steeds zien.
Het hypocaustum werd vooral gebruikt in de thermen, de bekende Romeinse badhuizen. Elke ruimte had een andere temperatuur: heet, lauw en koud. Dankzij het systeem bleven de vloeren warm en kon je zelfs in de winter lekker baden. Als de oven niet goed werkte, deed het hele systeem het niet meer.
Dit systeem was extra handig, omdat het simpel en slim was. De Romeinen gebruikten gewone materialen zoals stenen en dakpannen en maakten zo een soort vroege centrale verwarming. Het kostte wel veel werk, omdat er steeds hout nodig was, maar het ging lang mee en bleef vaak eeuwen werken.
Vandaag de dag kun je in Spanje nog veel resten van dit verwarmingssysteem zien. Als je kleine stenen pilaren onder een oude vloer ziet, kijk je naar hun slimme manier om gebouwen warm te houden. De Romeinen waren niet alleen goed in bouwen, maar ook in het maken van comfortabele huizen.