Klein deel van de Spaanse jongeren is NiNi door niet te studeren en niet te werken

Klein deel van de Spaanse jongeren is NiNi door niet te studeren en niet te werken
beeld: via canva.com
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

In Spanje speelt de Jeugd een belangrijke rol in de maatschappij. Er wordt vaak gediscussieerd over de Jeugd, met name over het aantal “Nini’s” (Jongeren die Niet werken en Niet studeren) en de uitdagingen waarmee de Jeugd geconfronteerd wordt. Om meer inzicht te krijgen, is het goed om de situatie van de Spaanse Jeugd nader te bekijken.

In Spanje zijn er relatief weinig NiNi Jongeren. Volgens de laatste cijfers is slechts 1,8% van de Spaanse Jongeren een NiNi. Dit is een kleine minderheid. Daarentegen studeert en werkt maar liefst 30% van de Spaanse Jongeren tegelijkertijd. Ondanks het beeld van de luie NiNi in de media, blijken de meeste Jongeren dus wel degelijk actief te zijn en aan hun toekomst te werken.

De Griekse filosofen bekritiseerden de Jeugd al als lui en onbeschoft. Ook nu klagen oudere generaties dat Jongeren lui zijn en niet genoeg doen. Toch is de situatie complexer. De crisis en hoge huurprijzen maken het moeilijk voor Jongeren om hun leven op te bouwen.

Slechts 16% van de Spaanse Jongeren is geëmancipeerd, de helft van het Europees gemiddelde. Jongeren wonen lang thuis omdat ze de hoge huren niet kunnen betalen. Gemiddeld is een Spaanse Jongere pas rond 30 jaar geëmancipeerd. Voor sommige Jongeren is het ouderlijk huis ook geen veilige plek. Misbruik of mishandeling kan een reden zijn om niet thuis te willen blijven wonen. De overheid zou meer moeten doen om deze Jongeren te helpen.

Generatie Z

De generatie geboren na 2000 heeft de slechtste economische vooruitzichten sinds de jaren 60. Het is voor hen erg moeilijk om een zelfstandig leven op te bouwen. De onzekerheid over de toekomst leidt tot mentale problemen als angst en depressie.

Door de economische crisis zijn er weinig vaste banen voor Jongeren. Ze moeten genoegen nemen met tijdelijke contracten en onzeker werk. Dit belemmert het kopen van een huis of het stichten van een gezin.

Door de onzekere toekomst kampt de Jeugd met mentale problemen. De overheid moet meer investeren in de mentale gezondheid van Jongeren, bijvoorbeeld door meer psychologen beschikbaar te stellen. Alleen zo kunnen de problemen echt worden aangepakt.

Maatschappelijke betrokkenheid

Vaak worden Jongeren als egoïstisch en onverschillig gezien. Toch tonen Jongeren juist een grote maatschappelijke betrokkenheid. Tijdens de pandemie meldden veel Jongeren zich bijvoorbeeld aan als vrijwilliger bij het Rode Kruis. Ook bij klimaatprotesten nemen Jongeren het voortouw met protestmarsen. De maatschappelijke betrokkenheid van de Jeugd wordt vaak onderschat.

Jongeren engageren zich voor de samenleving door vrijwilligerswerk te doen. Bijvoorbeeld in de zorg, bij voedselbanken of daklozenopvang. De inzet van Jongeren als vrijwilliger moet meer gewaardeerd worden.

Tegen klimaatverandering protesteren vooral Jongeren op straat. Zij beseffen dat zij de gevolgen nog lang zullen meemaken. De overheid zou de inzet van de Jeugd voor het klimaat serieus moeten nemen.