De gemiddelde pensioenleeftijd in Spanje is in de afgelopen jaren gestegen. Volgens een recent rapport van het Instituto Santalucía gaat een Spanjaard nu op 65,2 jaar met pensioen. Dit is een stijging van 1,3 jaar sinds 2012, toen de gemiddelde pensioenleeftijd 63,9 jaar bedroeg.
Deze toename hangt samen met de wetgeving die de pensioenleeftijd stapsgewijs heeft verhoogd. Zo is de wettelijke pensioenleeftijd sinds 2012 met 1,6 jaar gestegen en ligt in 2025 op 66 jaar en zes maanden. De effectieve pensioenleeftijd blijft echter iets lager, hoewel de kloof tussen de wettelijke en werkelijke leeftijd kleiner wordt.
Naast de stijgende pensioenleeftijd wijst het rapport op andere ontwikkelingen in het Spaanse pensioensysteem. Het verwachte budget voor pensioenen in 2025 bedraagt ongeveer 216 miljard euro, wat overeenkomt met 12,9% van het bruto binnenlands product (bbp). Dit bedrag omvat zowel nieuwe als bestaande pensioenen en de jaarlijkse revalorisatie.
Voor 2025 wordt de gemiddelde revalorisatie van pensioenen geschat op 3,34%, wat een kostenpost van ruim 6,7 miljard euro met zich meebrengt. Nieuwe pensioenen zijn doorgaans hoger dan de uitkeringen die stoppen, wat bijdraagt aan de stijgende totale pensioenuitgaven. Toch laat het rapport zien dat de pensioenen iets minder genereus worden per euro aan bijdragen, wat wijst op de noodzaak voor hervormingen.
De gemiddelde maandelijkse pensioenuitkering in Spanje is ook gestegen, met een toename van 5,2% vergeleken met 2023. De gemiddelde gepensioneerde ontvangt nu 1.390,15 euro per maand.
Deze cijfers benadrukken de druk op het pensioenstelsel, waarbij hogere leeftijden en bijdragen noodzakelijk worden geacht om de duurzaamheid te waarborgen. Daarnaast roept het rapport op tot maatregelen die zorgen voor een gelijke of grotere groei van productiviteit en lonen in verhouding tot de pensioenen.
De wet op de garantie van koopkracht van pensioenen, ingevoerd in 2021, speelt een sleutelrol in deze ontwikkelingen. Dit kader richt zich niet alleen op financiële duurzaamheid, maar ook op sociale stabiliteit.
