Spanje scoort wederom laag op het gebied van Engelse taalvaardigheid, volgens het jaarlijkse rapport van de EF English Proficiency Index (EF EPI). In 2024 staat het land op de 26e plaats van 35 Europese landen en wereldwijd op de 36e plaats, wat een lichte achteruitgang betekent vergeleken met 2023. De gemiddelde score van Spanje wordt gekenmerkt als ‘matig’, met een EF EPI-punt van 538.
Binnen Europa blijft Spanje achter bij landen als Portugal (5e plaats), Duitsland (9e plaats) en Roemenië (10e plaats). Alleen landen als Frankrijk, Italië en Rusland presteren slechter. Nederland is binnen Europa de lijstaanvoerder wat betreft de Engels taalvaardigheid, terwijl buurland België op de 11e plaats staat.
Binnen Spanje zelf laten alleen regio’s zoals Madrid en Galicië een ‘hoog’ niveau van Engelse taalbeheersing zien. Steden zoals Vigo, Gijón en Zaragoza scoren relatief goed, terwijl geen enkele regio of stad het predicaat ‘zeer hoog’ behaalt, zoals in Nederland en Zweden gebruikelijk is.
De taalvaardigheid verschilt ook per leeftijdsgroep. De jongste groep (18-20 jaar) liet een daling zien van 514 naar 509 punten, wat hen op een ‘gemiddeld’ niveau houdt. De leeftijdscategorie van 31-40 jaar viel licht terug van 561 naar 557 punten. De beste prestaties worden geleverd door de groep van 26-30 jaar, die stabiel blijft op een ‘hoog’ niveau met 563 punten.
Het rapport benadrukt dat de beperkte beheersing van het Engels in Spanje een competitief nadeel kan vormen in een steeds globaler wordende economie. Landen met een hoog niveau van Engels, zoals Nederland en Portugal, hebben meer kansen op internationale markten en innovaties.