MADRID – Op 26 mei was een speciale verkiezingsdag in bijna heel Spanje waar drie verkiezingen werden georganiseerd. Het ging om de Europese parlementsverkiezingen waar 54 Spaanse vertegenwoordigers werden gekozen, de regionale verkiezingen in 12 autonome regio’s en de gemeenteraadsverkiezingen in 8.093 Spaanse gemeenten.
Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat de socialisten (PSOE) na de winst in de 28A landelijke parlementsverkiezingen op 28 april dit jaar nu ook de Europese, autonome en lokale verkiezingen hebben weten te winnen.
Regionaal
Op regionaal vlak wist de PSOE in 10 van de 12 autonome regio’s de meest gekozen partij te worden. Dat geldt voor de regio’s Asturië, Castilla y León, Castilla-La Mancha, Extremadura, Aragón, La Rioja, Balearen en Canarische Eilanden maar niet voor de autonome regio’s Cantabrië (PRC) en Navarra (NA+).
In de voor de politiek belangrijke regio Madrid wist de PP echter de meerderheid te behouden en kan deze partij regeren dankzij de coalitie met Ciudadanos en VOX. De PSOE heeft wat betreft stemmen weliswaar gewonnen in bijna alle regio’s maar zal dankzij coalities niet overal kunnen regeren.
In Baskenland, Galicië, Andalusië, Comunidad Valenciana en Catalonië werden reeds op andere data autonome verkiezingen gehouden en daar werd op 26M dus alleen gestemd voor het Europees parlement en gemeenteraadsverkiezingen.
Dankzij de winst van de PSOE in de autonome regio’s is de politieke kaart van Spanje sinds de verkiezingen in 2015 compleet veranderd van kleur, van blauw (PP) naar rood (PSOE). In verschillende autonome regio’s zoals La Rioja, Castilla y León en MUrcia is het voor het eerst sinds lange tijd dat de PSOE wint maar is de kans groot dat dankzij coalities de PP toch zal regeren.
Lokaal
Bij de lokale verkiezingen in de 8.093 gemeenten wist de PSOE over het algemeen te winnen maar dat is op sommige plaatsen afhankelijk van de kleinere lokale partijen waardoor een precies beeld niet te geven is. De PSOE kreeg in totaal 6,6 miljoen stemmen, de PP 5 miljoen en Ciudadanos 1,8 miljoen stemmen.
In belangrijke steden zoals Madrid heeft de huidige burgemeester Manuela Carmena (Más Madrid) niet genoeg stemmen weten te behalen om te blijven regeren (19) om samen met de PSOE (8) te kunnen regeren aangezien rechts met de PP (15), Ciudadanos (12) en VOX (4) meer stemmen heeft.
In Barcelona is het de partij ERC (10 en 21%) met Maragall aan het hoofd die het roer van Ada Colau van Barcelona En Comú (10 en 20%) kan overnemen tenzij Colau een coalitie kan aangaan met andere partijen.
In Valencia wist Compromis (10) de grootste partij te worden en kan deze regeren samen met de PSOE (7) en kan de PP (8) samen met Ciudadanos (6) en VOX (2) net niet het roer overnemen (1 zetel te weinig).
In Sevilla was het de PSOE (13) die opnieuw de grootste werd terwijl de PP (8) op een tweede plaats eindigde gevolgd door Ciudadanos (4) en Adelante (4).
Europees
Wat betreft de Europese verkiezingen wist de PSOE 20 van de 54 europarlementariërs te krijgen terwijl de PP er 12 kreeg, Ciudadanos 7, Podemos 6, VOX 3, Ahorra Repúblicas 3, Junts per Si 2 en CEUS 1.
Bij de vorige verkiezingen in 2014 was dat beeld nog anders met 15 zetels in Europa voor de PP, 14 voor PSOE als de belangrijkste grootste partijen. In heel Europa zijn het de conservatieven van de PPE partij die de meeste zetels hebben (179) gevolgd door de socialisten (150) en ADL&R met 107 zetels.