MADRID – Volgens de gegevens van het Spaanse Bureau voor de Statistiek (INE) hebben 80.015 koppels in 2020 gekozen voor een van de drie vormen van scheiding, een daling van 16,1 procent ten opzichte van 2019. Een op de drie scheidingen vond plaats na een relatie van meer dan 20 jaar terwijl de meeste scheidingen plaatsvonden in de leeftijdscategorie 40-49 jaar.
In 2020 vonden er in totaal volgens het Instituto Nacional de Estadística (INE) 80.015 scheidingen plaats in Spanje. Daaronder bevonden zich 77.200 echtscheidingen (divorcios), 2.775 scheidingen van tafel en bed (separaciones) en 40 ontbindingen van het huwelijk na van tafel en bed te zijn gescheiden (nulidades). In percentages spreekt men over 96,5 procent echtscheidingen, 3,5 procent scheidingen van tafel en bed en minder dan 0,1 procent ontbindingen.
Het aantal echtscheidingen daalde in 2020 met 15,8 procent maar het aantal scheidingen van tafel en bed daalde met 22,7 procent en het aantal ontbindingen na een scheiding van tafel en bed daalde met 46,7 procent het afgelopen jaar.
Als extra detail wordt ook het aantal scheidingen vermeld van personen van gelijk geslacht (onofficieel homohuwelijken genoemd) wat er 1.095 waren in 2020, 1,4 procent van het totaal aantal scheidingen. 545 scheidingen vonden plaats tussen twee mannen en 551 tussen twee vrouwen.
De gemiddelde duur van een huwelijk na echtscheiding was 16,6 jaar wat iets minder is dan in 2019. Wat verder opvalt is dat in 32,8 procent van de gevallen er een scheiding plaatsvond na een huwelijk van meer dan 20 jaar en in 19 procent van de scheidingen na een huwelijk tussen 5 en 9 jaar.
Het merenddeel van de echtscheidingen vond plaats in de leeftijdcategorie 40-49 jaar bij zowel mannen als vrouwen. In 82 procent van de scheidingen ging het om twee personen met de Spaanse nationaliteit, in 10,6 procent van de gevallen had een van de betrokken personen een buitenlandse nationaliteit en in 7,4 procent van de gevallen waren beide personen afkomstig uit het buitenland.
In 42 procent van de echtscheidingen was er sprake van een scheiding zonder kinderen, in 46 procent waren er minderjarige kinderen bij betrokken en in 5,4 procent van de gevallen meerderjarige kinderen.