In het noorden van Spanje, in de regio Asturië, zou zich volgens experts de grootste nog niet ontgonnen goudreserve van Europa bevinden. Het gaat om de Salave-mijn, gelegen in het kustdorp Tapia de Casariego, waar naar schatting meer dan 32 ton goud onder de grond ligt. De waarde daarvan wordt geraamd op ruim 1,6 miljard euro.
De mijn van Salave is geen nieuw verhaal. Al in de Romeinse tijd werd er in dit gebied goud gewonnen, maar sindsdien bleef een groot deel van de bodem onaangeroerd. Asturië telt naar verluidt bijna 500 goudaders, maar geen enkele komt in de buurt van de omvang van die in Tapia de Casariego.
Het vooruitzicht van zoveel rijkdom trekt de aandacht, maar brengt ook zorgen met zich mee. De mijn bevindt zich onder de lagunas van Salave, een gebied dat belangrijk is voor het lokale watersysteem en de biodiversiteit. Milieubeschermers vrezen dat exploitatie onherstelbare schade kan veroorzaken aan natuur en landschap.
Een mijnbouwbedrijf, Explotaciones Mineras del Cantábrico, onderdeel van het Asturiaanse Black Dragon Gold, heeft plannen om de goudreserves te delven. Zij beloven dit op een moderne en milieuvriendelijke manier te doen, met zo min mogelijk impact op het ecosysteem. Toch blijft de discussie fel, vooral onder de ruim 4.000 inwoners van Tapia de Casariego.
Voorstanders benadrukken de economische kansen die de mijnbouw zou brengen, zoals werkgelegenheid en investeringen in de regio. Tegenstanders waarschuwen daarentegen voor ecologische risico’s, sociale spanningen en de mogelijkheid dat de waarde van de vondst wordt overschat.
Of Spanje werkelijk de grootste goudreserve van Europa bezit, blijft dus een kwestie van debat. Zeker is wel dat het kleine Tapia de Casariego plots in de schijnwerpers staat, als mogelijk middelpunt van een van de meest waardevolle schatten van het continent.