De woningprijzen op de Balearen en Canarische Eilanden zijn de laatste jaren flink gestegen. Volgens recente cijfers van het Consejo General del Notariado betaalden buitenlandse kopers in 2025 gemiddeld ruim 3.100 euro per vierkante meter, een stijging van bijna 12 procent ten opzichte van vorig jaar. Vooral in toeristische gebieden is de druk op de woningmarkt enorm.
Op de Canarische Eilanden steeg de prijs met ongeveer 14 procent, terwijl op de Balearen een stijging van bijna 9 procent werd gemeten. Opvallend is dat het aantal aankopen door buitenlanders juist licht is gedaald, met 7 procent op de Canarische Eilanden en bijna 7 procent op de Balearen. Ondanks de hogere prijzen blijven de eilanden echter erg in trek bij kopers uit landen als Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
De oorzaak ligt deels bij de grote internationale vraag, maar ook bij het beperkte woningaanbod. De eilanden hebben een beperkt oppervlak en strikte bouwregels, waardoor het aanbod nauwelijks groeit. Daardoor worden woningen steeds duurder, ook voor lokale bewoners die de concurrentie met buitenlandse kopers niet meer kunnen bijbenen.
Veel buitenlandse kopers beschikken over meer financiële middelen dan de gemiddelde Spanjaard. Terwijl een Spanjaard gemiddeld 1.800 euro per vierkante meter betaalt, ligt dat bedrag voor buitenlandse bewoners rond de 1.900 euro en voor niet-ingezetenen zelfs boven de 3.000 euro.
Ook speelt de afschaffing van de zogenoemde ‘gouden visumregeling’ een rol. Deze regeling maakte het aantrekkelijk voor niet-EU-burgers om in Spanje te investeren in ruil voor een verblijfsvergunning. Nu die wegvalt, verschuift de markt langzaam richting Europeanen met een hoger inkomen.
Voor jonge eilandbewoners en gezinnen wordt het daardoor steeds moeilijker om een betaalbare woning te vinden. Lokale overheden denken aan maatregelen om de verkoop aan buitenlanders te beperken, maar dat ligt juridisch en economisch gevoelig.
