MADRID – In Spanje is het aantal personen dat alleen woont opnieuw gestegen in 2020. Vorig jaar is afgesloten met 18,6 miljoen huishoudens waaronder bijna 4,9 miljoen huishoudens bestaande uit één persoon. 2,7 miljoen ‘hogares’ bestaat uit alleenwonende personen jonger dan 65 jaar en 2,1 miljoen huishoudens bestaat uit personen van 65 jaar en ouder, aldus de cijfers van het Spaanse Bureau voor de Statistiek (INE). De cijfers over het tweede coronajaar 2021 worden pas in 2022 gepresenteerd.
Ondanks of misschien wel vanwege de corona-crisis is het aantal 65-plussers dat alleen woont gestegen in 2020. Terwijl er in 2019 nog 2.009.100 65-plussers waren die alleen woonden is dat in 2020 gestegen naar 2.131.400 personen. Dat is een verschil van +122.300 personen of + 6,1%.
Van het totaal aantal alleenwonende 65-plussers vorig jaar zijn er 1.511.000 vrouwen, wat er 58.700 (+4%) meer zijn dan in 2019 terwijl er 620.400 mannen alleen woonden, een stijging van 63.600 (+11,4%).
Daartegenover staat dat het aantal huishoudens dat bestaat uit personen jonger dan 65 jaar die alleen wonen is gedaald met -26.000 (-0,9%) naar 2.758.500 huishoudens of personen. Deze bestaan uit 1.128.800 vrouwen en 1.629.700 alleenwonenden mannen.
Als we kijken naar de cijfers over de leeftijd en het geslacht van de alleenwonende 65-plussers zien we dat 14,4% mannen en 21,7% vrouwen bij de leeftijdsgroep 65-74 jaar hoort, dat 14,7% mannen en 35,1% vrouwen bij de leeftijdsgroep 75-84 jaar hoort en dat 24,2% mannen en 44,1% vrouwen bij de leeftijdsgroep 85 jaar en meer hoort.
Bij alle huishoudens (dus niet alleen 65-plussers) die uit één persoon bestaan zijn er 59,7% (mannen) en 34,9% (vrouwen) alleenstaand, is dat in 19,9% (mannen) en 15,5% (vrouwen) van de gevallen een gescheiden persoon, is er in 12,1% (mannen) en 45,5% (vrouwen) van de gevallen sprake van een weduwe of weduwnaar en in 8,3% (mannen) en 4,1% (vrouwen) van de gevallen een getrouwd persoon maar die alleen woont.