Het dorp Ibi en zijn vreemde bestuursdag met meel, eieren, vuurwerk en grappen

Het dorp Ibi en zijn vreemde bestuursdag met meel, eieren, vuurwerk en grappen
beeld: via adobe stock

Ibi, een stad in de provincie Alicante, viert elk jaar op 28 december, de Dag van de Onschuldige Kinderen, een van de eigenaardigste feestdagen van zijn winterfeesten. Op deze dag nemen de ‘Els Enfarinats’ (‘De Meelmannetjes’), een groep relschoppers, symbolisch de macht over de stad over en regeren ze voor één dag met schermutselingen en meelgevechten.

Dit jaar zijn er tijdens de ‘veldslag‘ 600 kilo meel gebruikt van broodfabrieken, 12.000 eieren die hun houdbaarheidsdatum gepasseerd zijn en 100 kilo buskruit, zo bevestigt burgemeester Sergio Carrasco. De burgemeester zegt dat alles zonder problemen is verlopen. De Carrer les Eres was dit jaar het toneel van de schermutselingen, omdat het plein voor het stadhuis, waar het feest historisch werd gevierd, momenteel wordt gerenoveerd.

Voor Ibi is het een van de belangrijkste dagen van het jaar. Het is een van de oudste feesten die internationale bekendheid heeft gekregen. Bij deze traditie, die meer dan 200 jaar teruggaat, nemen de Enfarinats, uitgedost in buitenissige kostuums en met het gezicht onder het meel, de macht over in dit speelgoedstadje in het binnenland van Alicante. Ze voeren een absurde en chaotische regering, verzamelen tegelijkertijd ‘belastinggeld’ bij winkels, wat dit jaar naar de Somriu-vereniging van Ibi gaat. Ook beboeten ze iedereen, want zowel over de stoep als over de straat lopen wordt beboet, net als in de zon of de schaduw lopen.

De ‘slachtoffers‘ van de ‘veldslag‘ zijn zoals altijd de oppositie van de fictieve regering, die zwarte hoeden met papieren sterren dragen, en voorbijgangers die zich niet overgeven aan de eisen van de meelmannetjes, die symbolisch de functies van burgemeester, rechter, gerechtsdienaar, officier van justitie, secretaris, wethouder van financiën en kassier vervullen.

Dit feest, sinds 2009 erkend als regionaal toeristisch erfgoed, wordt al gevierd sinds minstens 1797. Carrasco is enthousiast over zijn eerste jaar als burgemeester, waarin hij het stokje doorgaf aan de meelburgemeester. Hij bekent dat hij dit moment nooit zal vergeten. In een afgezette zone voor de veiligheid van de toeschouwers vonden de schermutselingen plaats, waarbij de twee rivaliserende partijen elkaar bekogelden met eieren, groenten, meel en talkpoeder. Ook werden gekleurde rookbommen en vuurpijlen gebruikt, waardoor het decor wit kleurde.

Het feest eindigt met de ‘ball del Virrei‘ (‘bal van de onderkoning’) en de ‘dançà‘ (‘dans’), waarbij vrouwen in weelderige jurken, mannen in elegante capes en andere eigenaardige figuren zoals de ‘els tapats‘, vermomd in de meest uiteenlopende vermommingen en maskers, dansen.