Uit een recent onderzoek blijkt dat bijna de helft van de Spaanse jongeren tussen 18 en 31 jaar nog bij hun ouders woont. De overige jongeren hebben wel een eigen woning, maar dat betekent niet automatisch dat ze volledig financieel op eigen benen staan.
Van de jongeren die zelfstandig wonen, krijgt ruim een kwart financiële hulp van hun ouders. Daarnaast ontvangt bijna één op de tien steun van andere familieleden en een kleine minderheid, ongeveer één op de vijfentwintig, zelfs van mensen buiten de familiekring. Dit laat zien dat veel jongeren in Spanje weliswaar fysiek op zichzelf wonen, maar economisch nog niet echt zelfstandig zijn.
Sparen blijkt ook lastig. Ongeveer één op de vijf jongeren kan helemaal niets opzijzetten. Van de rest legt een deel slechts een klein beetje apart, anderen iets meer, en slechts een kleine groep slaagt erin een flink deel van het inkomen te sparen.
Volgens de onderzoekers is de combinatie van hoge woonkosten, onzekere arbeidscontracten en lage salarissen de belangrijkste oorzaak van deze afhankelijkheid. Hierdoor schuift de echte financiële onafhankelijkheid van veel jongeren steeds verder op.
Ondanks dat Spanje de laatste jaren economisch groeit, blijft de overgang van het ouderlijk huis naar een zelfstandig bestaan voor veel jongeren lastig. Het onderzoek benadrukt dat structurele maatregelen nodig zijn om jongeren niet alleen fysiek, maar ook financieel los te maken van hun familie.
Deze cijfers zijn een duidelijke weerspiegeling van de kwetsbare economische positie waarin veel Spaanse jongeren zich bevinden, zelfs wanneer ze de stap naar zelfstandigheid al gezet hebben.
