Steeds meer mensen in Spanje overwegen de overstap naar elektrisch rijden. Toch blijft de vraag hangen: loont het echt om in 2025 een elektrische auto te kopen? Hoewel de voordelen steeds zichtbaarder worden, bestaan er ook nog flinke twijfels, vooral rond de prijs en de laadinfrastructuur.
De aankoopprijs is een belangrijke barrière. Een elektrische auto kost gemiddeld 20 procent meer dan een vergelijkbaar benzine- of dieselmodel, vaak zo’n 35.000 euro. Voor veel gezinnen is dat een groot verschil.
De overheid probeert dit op te vangen met het Plan Moves III, dat dit jaar opnieuw 400 miljoen euro beschikbaar stelt. Daarmee kun je tot 7.000 euro subsidie krijgen, of zelfs 9.000 euro wanneer je je oude wagen inlevert voor sloop. Daarnaast is er nog een belastingaftrek van 15 procent op de inkomstenbelasting, tot een maximum van 20.000 euro.
Volgens de consumentenorganisatie OCU (Organización de Consumidores y Usuarios) hangt de terugverdientijd sterk af van hoe vaak je rijdt. Wie jaarlijks 12.000 tot 15.000 kilometer rijdt, verdient de meerprijs in ongeveer vijf jaar terug. Voor mensen die minder rijden, of die geen eigen laadpunt hebben, kan dat veel langer duren. Vooral afhankelijk zijn van openbare laadpalen maakt de kosten minder voorspelbaar en vaak hoger.
Wat gebruikskosten betreft, hebben elektrische auto’s een duidelijk voordeel. Thuis opladen tijdens het nachttarief kost zo’n 3 euro per 100 kilometer, terwijl dezelfde afstand met benzine al snel 9 tot 10 euro kost. Daarbovenop zijn de onderhoudskosten gemiddeld 40 procent lager. Omdat een elektrische motor eenvoudiger is, heb je geen olie of brandstoffilters nodig en slijten remmen minder snel dankzij regeneratief remmen. Transport & Environment schat dat Spaanse bestuurders gemiddeld 1.200 euro per jaar besparen.
Voor wie in een stad woont, zijn er extra pluspunten. Elektrische voertuigen zijn vrijgesteld van wegenbelasting, mogen zonder beperkingen in milieuzones rijden en hebben vaak gratis of goedkoper parkeren in gereguleerde zones. Dit maakt ze aantrekkelijk voor mensen die dagelijks met milieubeperkingen te maken hebben. Bovendien vermijden ze hoge boetes die traditionele auto’s in lage-emissiezones riskeren.
Toch zijn er duidelijke nadelen. De actieradius ligt gemiddeld tussen de 300 en 400 kilometer. Voor dagelijks gebruik en korte ritten is dat ruim voldoende, maar voor lange vakantieritten of mensen die vaak de snelweg op moeten, kan dit een beperking zijn. Daarbij komt dat het Spaanse laadnetwerk nog niet optimaal ontwikkeld is. In veel gebieden is het aantal snelladers beperkt, en storingen of bezette palen zorgen geregeld voor frustraties.
Daarnaast is er de onzekerheid over de tweedehandswaarde. Omdat de technologie zich snel ontwikkelt, vrezen veel kopers dat hun elektrische auto over een paar jaar sneller afschrijft dan een conventionele wagen. Fabrikanten geven weliswaar vaak garanties op de batterij van 7 tot 8 jaar, maar twijfels blijven bestaan over de levensduur en vervangingskosten.
De conclusie is dat elektrische auto’s in Spanje in 2025 zeker aantrekkelijk zijn voor wie veel kilometers maakt, een eigen laadpunt heeft en gebruik kan maken van subsidies. Voor anderen blijven prijs en infrastructuur echter nog steeds een drempel, waardoor de overstap minder vanzelfsprekend is.