Gevangenisstraf politicus leidt tot protestoproep tegen Spaanse premier

Het gerechtshof van het Tribunal Supremo heeft besloten dat de voormalige minister José Luis Ábalos (PSOE) en zijn vroegere adviseur Koldo García in voorlopige hechtenis gaan. Ze worden verdacht van ernstige fraude rond de aankoop van medisch materiaal tijdens de pandemie. De rechtbank acht het vluchtgevaar extreem en oordeelde dat borgtocht niet volstaat. Daarmee is Ábalos de eerste zittende parlementariër die in Spanje naar de gevangenis is gestuurd en de tweede belangrijke vertrouweling van premier Pedro Sánchez na Santos Cerdán, die eerder al vastzat, maar inmiddels weer vrij is in afwachting van zijn rechtszaak.

De beslissing zorgt voor politieke opschudding. Volgens de aanklager en andere partijen zijn er aanwijzingen voor misdaden zoals steekpenningen en corruptie, met mogelijke straffen tot dertig jaar gevangenisstraf.

De leider van de oppositie, Alberto Núñez Feijóo van de Partido Popular (PP), reageerde onmiddellijk. Hij roept op tot een massaal protest tegen de regering van Sánchez, met een manifestatie gepland dit weekend in Madrid. Hij noemt premier Sánchez de rotte appel die volgens hem zijn hele omgeving heeft vergiftigd.

Hoewel Feijóo zegt dat het protest open en civiel moet zijn, zonder partijsymbolen, is het duidelijk politiek gedreven. Hij benadrukt dat dit geen geïsoleerd incident is: eerder zat al Santos Cerdán in de gevangenis. Hij vindt dat de verantwoordelijken van het “sanchisme” verantwoordelijk zijn voor een patroon van corruptie. Toch wil de PP-leider nog niets weten van een motie van wantrouwen, omdat hij weet dat hij niet genoeg stemmen heeft.

Voor de regering en het parlement is dit een nieuwe klap. De zetel van Ábalos staat nu onder druk. Zijn gevangenisstraf en mogelijke schorsing kunnen zijn parlementaire rechten doen vervallen, waardoor zijn stem ontbreekt bij toekomstige beslissingen.

Het Spaanse politieke landschap staat op scherp. De combinatie van gerechtelijke stappen en straatprotest maakt duidelijk dat deze zaak meer is dan alleen een juridisch dossier. Het is het begin van een mogelijk breed conflict rond corruptie, vertrouwen en machtsverdeling in het land.